Vanochtend op ons gemak opgestaan. Alles ingepakt. Gedouched. Ontbeten. En oh ja, een teek verwijderd van een been van Marja. Gisteravond heeft Melissa ook al een teek verwijderd van haar schouder.
De jeuk slaat weer overal toe, hoewel je weet dat je die beestjes niet voelt. Jeuk is dus geen aanwijzing dat je een teek hebt.
Als we klaar zijn met dit alles nemen we afscheid van Petra, nadat we ‘beloofd’ hebben een keer in de winter langs te komen en gaan op weg naar Smithfield. Als we een eindje onderweg zijn zit Marja in haar knieholte te voelen en zegt ze ‘griezelend’: ik heb nog een teek.
Auto aan de kant en ja hoor, daar zit er ook nog een. En als ik goed kijk, want soms zijn het hele kleine donkere stipjes, zie ik er zelfs nog twee meer op haar been zitten. En een wil zich kennelijk niet zonder meer en heeft zich goed vastgebeten in haar been. Zo zelfs dat het pijnlijk is hem er uit te draaien met de tekenpen. Vanochtend vind ik bij mezelf trouwens ook nog een teek op mijn dij.
Maar genoeg over teken, je krijgt er maar de kriebels van.
We willen niet over de Freeways naar Smithfield rijden. Dat maakt, dat we af en toe slingerwegen afrijden richting ons doel. In het plaatsje Holland (ja dat hebben ze ook hier) moeten we zelfs even terugrijden, omdat we de afslag naar zo’n kronkelweggetje gemist hebben. Het leek ook niet op een doorgaande weg maar meer op een zijstraatje.
Het is overigens veel leuker om over zo’n weggetje te rijden, omdat je dan kunt zien in wat voor een streek je rondrijdt. En dit is geen arme streek, dat kan ik verzekeren.
Dat wordt nog maar eens bevestigd als we Smithfield inrijden. Prachtige grote huizen staan hier overal langs de weg. En – afgezien van het asfalt en de auto’s – zou je je zo in de tijd van de burgeroorlog terug kunnen wanen.
Als we bij het hotel aankomen, dat ook al zo’n relikwie is uit die tijd, zie ik ook nog een dame uit het restaurant komen in een lange jurk. Dat doet me denken aan de film The Colour Purple met Oprah. Later op de dag zie ik nog een dame in lange jurk.
Ook de kamer ademt de sfeer van die tijd (hebben we het gevoel). En het internet bewijst dat ook. Dat weigert namelijk mee te doen met de moderne tijd.
Tegen de avond gaan we nog wat eten bij Wharf Hill Brewing. In feite een bier-gelegenheid waar je ook wat kan eten. Nou ja wat. Het is goed dat we ongeveer een kwartier moeten lopen om daar te komen. Want de burger die ik bestel, wat ik gelet op de naam (Whanamel?) wel een beetje had kunnen vermoeden, is gigantisch.
Het toetje dat ik bestel is helaas niet meer voorradig. Nou ja, dan maar een piece of German Chocolat Pie. Dat liegt er ook niet om. Wat een brok is ook dat weer. En na de burger(s) kan ik dit gebak echt niet helemaal op. Maar dat is voor Amerikanen geen probleem. Je krijgt dan gewoon een doosje om het mee te nemen, zodat je het later nog lekker kan oppeuzelen.
Ondanks het feit dat het niet zo’n lange rit is geweest, zijn we allebei toch wel moe. Dus we liggen vroeg onder de dekens en slapen ook al snel. Dan valt er eigenlijk niets meer te vertellen voor deze dag.