Marja is al vanaf een uur of zes (geloof ik) op om de zonsopkomst te pakken.
Ik ben een kwartiertje na zonsopkomst (ongeveer kwart over zeven) buiten met een lekker bakje koffie. Ik zit heerlijk in het zonnetje te genieten van de stilte en van het karakteristieke gekras van de gigantische kraaien hier. Dat geluid hoort helemaal bij onze beleving van Amerika. Een geluid dat ons, als we thuis kraaien (of kauwtjes) horen, ook altijd aan Amerika doet denken.
Als je ergens tot rust kan komen dan is dat hier wel, aan de rand van Lyman Lake, in het zonnetje en met een bakkie koffie om half zeven in de ochtend (ik zie me dat in Nederland nog niet doen).
We hebben vandaag onderweg geen tussendoelen staan en gaan op weg naar Truth of Consequence (ja zo heet het hier echt) en het Elephant Butte State Park. Oorspronkelijk was het de bedoeling naar Bosque del Apache (een refuge waar veel vogels komen) te rijden. Maar omdat de campground daar alleen telefonisch gereserveerd kon worden en er in de buurt niet zoveel andere campgrounds zijn hebben we hiervoor gekozen.
Maar voordat we daar zijn hebben we nog een aantal kilometers voor de wielen.
En ik kan jullie vertellen, dat ik mij zo langzamerhand een bevoorrecht persoon voel. Dat je in staat bent dit soort reizen te maken, waarbij je elke dag opnieuw kan genieten van dit bijzondere land.
De weg vandaag is namelijk een eindeloze weg die ons vrijwel kaarsrecht (oké misschien lichtelijk overdreven, maar het lijkt er wel heel erg op) naar het einddoel brengt. Onderweg komen we bij een zgn ‘historical marker’ die ons duidelijk maakt hoe het komt dat die weg zo recht is.
Het is namelijk van 1889 (ongeveer) tot zelfs nog in 1971 de route geweest, waarover jaarlijks 150.000 schapen en 25.000 koeien van de ene plaats (Springville) naar de andere (Magdalena) werden gedreven. En dat over 125 mijl. Met de schapen deden ze 5 mijl per dag en met de koeien 10 mijl. Dus daar waren ze wel even mee bezig.
Je kunt je nu ook nauwelijks nog voorstellen dat er tot 1971 nog op die manier vee getransporteerd werd. Kennelijk is men in die tijd het transport op een andere manier gaan regelen en is deze route opgeheven.
De weg is er bovendien weer een waar we zo goed als de hele dag met bewondering naar zitten te kijken. Opnieuw treft het ons hoe uitgestrekt, hoe weids dit land is. Je vraagt je daarbij wel eens af: in Amerika wonen 300.000.000 mensen, maar waar zijn die allemaal? For sure niet in het gebied waar we nu doorheen rijden.
Een gebied dat doet denken aan de savannes van Afrika (volgens het beeld dat wij daarvan hebben). Met hier en daar een struikje of een boom. Even verderop wordt de begroeiing met vele struikjes van 1 a 2 meter hoog voller. Deze begroeiing doet me, zeker op sommige glooiende hellingen waar ze op staan, denken aan oudejaar. Aan de rozijnenbol waar de rozijnen zo’n beetje op liggen. Weer wat verderop rijdt je dan weer door een streek
En altijd maar weer die ruggen die dwars op de weg liggen (of is het andersom) en die maken, dat je je elke keer weer afvraagt: komt er weer zo’n langgerekte weg die zich naar de volgende bergrug uitstrekt? En ja hoor dat is zo.
Dat lijkt op een gegeven moment vervelend te worden, maar is dat absoluut niet. Het is net als lounge-muziek (die je ook het best kunt afspelen tijdens zo’n rit): als je niet aandachtig luistert lijkt lounge-muziek eentonig en langdradig. Maar als je goed luistert blijkt dat dus helemaal niet zo te zijn. En zo is het ook met dit soort wegen, die bijna na elke bergrug weer iets nieuws te zien geeft.
Wat ook heel mooi is in dit land, zijn de plaatsnamen en de plaatsjes die daar bij horen. Vandaag hebben we een paar heel bijzondere gezien. Bij de meeste van deze plaatsen hadden we het idee dat ze voor het grootste deel (als ze al groot mogen heten) verlaten waren door de bewoners. Zo zagen we ergens een huis dat op instorten staat. Dus we dachten: daar woont niemand meer. Maar dan zien we naast het huis in een omheind stuk grond toch nog een paard staan. En we hopen dat dat betekent dat er nog mensen wonen en dat ze het dier niet achter gelaten.
Terug naar de plaatsnamen. Zo hadden we bijvoorbeeld Omega, Datil, Red Hill. Bij de laatste stond een bord: welcome to Red Hill. Maar het plaatsje bestaat zo te zien uit twee huizen, waarvan er een ook nog te koop staat.
Een andere naam is Quemado. Zal wel iets Indiaans zijn, maar ik heb geen idee wat het betekent.
Iets duidelijker is Pie-town. Daar hebben ze zelfs in september een Pie-festival. Maar het is zo’n plaatsje uit een boek of film, waar je niet meer wegkomt als je het waagt er even te stoppen voor bijvoorbeeld een stukje Pie.
Ergens tussen twee plaatsen in, die toch wel een aardig eind uit elkaar liggen, komen we ook nog een wandelaarster tegen. En we denken: die moet nog een eindje lopen. Komt nog bij dat we deze dag gemiddeld op zo’n 1500 m hoogte rijden. Ook zien we een aantal keren wat Pronghorns. Mooie maar erg schuwe beesten, die meestal al een eind van de weg staan. En als ze maar iemand bespeuren die een paar stappen in hun richting loopt zijn ze weg. Waarschijnlijk wordt er ook wel op deze dieren gejaagd.
Op een bepaald punt in de route nemen we even een momentje voor rust. We zetten zelfs de stoeltjes even buiten om even lekker tot in het zonnetje te zitten. Als we zo een tijdje hebben gezeten horen we een geluid dat we denken te herkennen als de Wind gusts. Een soort wind die zich verplaatst en die als een trein voorbij komt denderen.
Maar dan ineens blijkt het een soort wervelwind te zijn, die achter de camper in het rond zwiert, dan over de camper heen, waardoor deze echt helemaal staat te schudden. We moeten de deur en de stoeltjes goed vasthouden om te voorkomen dat er schade ontstaat.
We kijken elkaar overdonderd aan over wat ons net is overkomen. En dit was nog maar een wervelwindje van niks. Laat staan dat je in een hurricane klasse K4 (of zoiets) terechtkomt.
Maar gelukkig was het dat dus niet en kunnen we onze weg vervolgen.
In Truth or Consequence worden we al snel door borden naar de Elephant Butte gedirigeerd en staan we om een uur of drie – half vier op onze plek op de campground. Even lekker tot rust komen, nog een korte wandeling naar het meer, een happie eten en de dag zit er weer op.
Over dat meer gesproken: ook hier zie je (volgens mij) de gevolgen van de global warming heel goed. Tijdens die wandeling naar het meer, lopen we eigenlijk voor een groot stuk gewoon over wat vroeger de bodem van het meer is geweest. Aan de verkleurde randen van de rotsen langs het meer, kun je zien hoeveel meter het niveau van dit meer (en van meer van dit soort stuwmeren) in de loop der jaren is gezakt. En je kunt je geen voorstelling maken van de hoeveelheid water die dat vertegenwoordigt. Een meter of zeven (mijn inschatting) zeker en dan over de oppervlakte van zo’n meer. Dan kom je op gigantische hoeveelheden.
Tegen de avond worden we verrast door een grote groep quails oftewel kwartels. Maar die zijn plotseling ‘gevlogen’/weggerend. Blijkt dat er een soort havik overvloog en dat ze daarvoor een schuilplaats opzochten. Marja ziet hem landen in een boom vlak bij onze camper en heeft er nog een paar mooie foto’s van gemaakt.
Havik
Elehphant Butte state park