Na een wat onrustige nacht en weer een hoop gehuil van de coyotes zijn we vanochtend weer vroeg op. Omdat Marja nog steeds last van haar maag en buik heeft besluiten we naar de Wal Mart te gaan om te kijken of ze daar misschien iets voor hebben.
Daarna gaan we weer naar de OK-Corral voor onze paardrit door dit fraaie landschap. De papieren worden getekend, ja want je moet hier wel alle aansprakelijkheid voor injuries of maybe even death bij de eigenaar wegnemen. En dan zijn we klaar voor de rit. Hank (geloof ik dat hij heet) is onze gids en ik rijd op een paard dat Ceasar heet. Weer een witte, net als vorig jaar. Een eigenwijs beest, dat van elk struikje waar we onderweg dichtbij komen een hap wil nemen. De gids had me verteld dat ik dan een flinke ruk aan de teugels moest geven. Maar weet je hoe groot dat hoofd is van een paard. Dat trek je zomaar even niet opzij.
De rit is iets minder leuk dan vorig jaar en niet in het minst omdat de gids een stuk minder knap is dan die van vorig jaar en bovendien lang zo spraakzaam niet als zij. Dus het grootste deel van de rit rijden we achter hem aan, waarbij hij af en toe iets verteld over 500 jaar oude cactussen, die 1,5 inch per jaar groeien en pas armen krijgen als ze 75 jaar oud zijn. Onderweg zien we ook nog een havik/eagle rondzweven. En verder gaat het steeds op en neer in dit zeer geaccidenteerde terrein.
Af en toe gaat mijn paard uit zich zelf in draf over, vooral als hij net een heuveltje afloopt en dan aan de andere kant weer een heuveltje opgaat. Ik moet dan echt mijn benen stevig in de beugels duwen, want je wordt dan echt flink door elkaar gehusseld. Ik moet er niet aan denken, dat het dier in galop over zou gaan. Maar goed dat is misschien wel aan te leren.
Het paard van de gids en dat van Marja schrikken allebei en springen daarbij een stuk opzij. Ik ben blij dat mijn paard wat minder schichtig is, want ik weet niet zeker of ik in zo’n situatie was blijven zitten.
En we merken op, dat die hitte toch ook wel erg lang aanhoudt hier. Zelfs Marja, die toch een warmte-mens is, verzucht dat het toch el erg warm is, nu al zo’n beetje 18 - 19 dagen achter elkaar. Van nieuwe buren op de campground horen we net, dat het vanaf morgen toch wat koeler gaat worden. Maar ja dan zijn wij al weer op weg naar plekken, waar het echt een stuk koeler gaat worden.
Aan het eind van de rit zien we de aardige meneer ook nog even terug om af te rekenen. En dan koop ik ook gelijk het kettinkje met het paardje. Marja houdt hem gelijk om.
Na en Starbucks-bezoekje besluiten we nog een kort ritje naar Tortilla Flats te gaan. Ook weer zo’n historisch plaatsje, dat eind 19e eeuw is gesticht. Dat is trouwens best wel bijzonder te bedenken, dat hier in het begin van de geschiedenis van de Verenigde Staten, zoals die nu zijn, dit soort plaatsjes zijn ontstaan en dat deze nu eigenlijk alleen nog maar bestaan bij de gratie van het toerisme. En dan praten we over een periode van niet meer dan 120 jaar. En dan zijn dat historische plaatsen. Als je dat vergelijkt met Europa, dan zie je toch wel een heel ander plaatje.
We kopen daar ook nog een magneetje voor onze verzameling en een ijsje. Nou ja ijsje. We nemen allebei twee scoops. Als je dat in Nederland neemt mag je blij zijn als je bolletjes van ongeveer 2 cm in doorsnee krijgt. Als we het mannetje dan zijn schep in het ijs zien steken hebben we bijna de neiging om te roepen: doe toch maar 1 scoop. Maar het is wel lekker ijs, alhoewel Marja hem toch niet helemaal op kan.
De rit naar Tortilla Flats en weer terug is er trouwens eentje die er weer een beetje op gaat lijken. Lekker smal weggetje met veel bochten en af en toe heel dicht langs het randje. Het gaat me wel steeds makkelijker af heb ik het gevoel.
Dan terug naar de campground, waar we door de nieuwe buren worden toegeroepen dat we hun view wegnemen. Marja denkt: eindelijk een paar mensen waar ik een paar delftsblauwe klompjes kwijt kan (overigens heeft ze ook de paardenman er een paar gegeven). We maken een praatje met ze en beloven ze dat ze morgen met de view geen last meer van ons zullen hebben, omdat we morgen vertrekken van deze campground. We weten nog steeds niet zeker waar de reis vervolgens naar toe gaat.
Omdat we lekker vroeg op onze plek terug zijn begin ik maar gelijk met schrijven van het dagverslag. Daardoor kan ik niets over de wedstrijd van vanavond vertellen, want die moet nog beginnen. Maar dat vermeld ik dan wel in het verslag van morgen.