Opnieuw is het nog donker als we wegrijden. Wel iets later, maar toch. Vandaag willen we in de (vroege) ochtend opnieuw naar Hayden Valley rijden om te zien of we daar nog wat wild kunnen spotten. Net als gister hangt er weer een dikke mist boven de rivier en stukken van het land. Met een opkomende zon geeft dat heel bijzondere effecten. Het effect zou nog mooier geweest zijn als die Bull-Elk weer op dezelfde plek wil verschijnen. Maar hij heeft vandaag andere plannen.
Vanochtend zullen we geen Elk meer zien. Des te meer zien we Bison’s. Meestal lonely Bison’s. En we spotten een soort valk die boven op een berg/heuvel op een soort paaltje de gronden onder zich scant op prooi.
Na wat heen en weer gerij, waar toch wel wat uurtjes in gaan zitten, rijden we terug naar de campground. Eerst nemen we dan nog de afslag naar de Grand Canyon van Yellowstone en bekijken daar de waterval. Op de camping aangekomen volgen we het advies van de man van Roadbear op en zetten de generator drie uur lang aan en nemen even wat rust (voor zover dat kan met zo’n ratelende generator). Gelukkig is de camping op dit moment van de dag vrijwel leeg en heeft niemand daar last van.
Na drie uur geven de lampjes aan dat de battery vol is. Dat mag ook wel na al dat geratel. Als ik een half uur later weer kijk is die battery toch al weer terug gelopen naar 2/3. Dan moet er wel wat mis zijn met die accu.
We besluiten naar de auto-repair bij de ingang van de campground te rijden om naar de accu te laten kijken. Na wat uitleg aan een alleraardigste mecanicien rijd ik de camper achterom en neemt hij een kijkje. Eerst meet hij de accu door. Daar lijkt niets mee aan de hand. Maar dan ziet hij dat de moeren bij alle drie de aansluitingen los zitten.
Toen de man van Roadbear mij gister vroeg of die bedrading vastzat heb ik wel gevoeld, dat de draden wel een beetje los zaten. Maar ik dacht: ze maken contact, zitten redelijk vast, dus dat zal wel goed zijn. Niet dus. Tja heb ik daar verstand van. Ik ben geen electricien. Ik was allang blij dat ik geen opdonder kreeg.
De man van de auto-repair zet alle aansluitingen weer vast en raad ons aan de generator nog een uurtje te laten draaien en dan zou het goed moeten komen.
Omdat we nu toch al een eindje op weg zijn, besluiten we richting Lamar Valley te rijden om te kijken of we daar misschien wolven en beren te zien kunnen krijgen. We krijgen bij die rit overigens een mooier stuk van Yellowstone te zien. Prachtige vergezichten over geel/groene valleien en dalen. En hier staan ook meer geelgekleurde bomen langs de weg dan we tot nu toe in Yellowstone hebben gezien, wat vreemd is als je naar de naam van het park kijkt. En we rijden langs een best wel spannende weg. We klimmen tot een hoogte van ruim 2700 meter en langs de weg staat op de meeste stukken geen vangrail langs de rand. Niet dat hier nu ravijnen van 600 meter diepte naast de weg liggen. Maar je kunt toch wel best een eindje naar beneden vallen.
Bij onze eerste stop zien we in de vallei voor ons een aantal bison’s rondlopen. Het zullen niet de laatste zijn. Want als we verder rijden zien we op diverse plekken kuddes bison’s liggen, staan, rondlopen. We zien ze in alle vormen en formaten.
Van wolven of beren nog steeds geen spoor.
Na de afdaling vanaf de pas gaan we rechtsaf richting Lamar Valley. En dan zien we om ons heen alleen nog maar kuddes bison’s. Overal waar je kijkt zie je de donkere vlekken van bison’s. Het zijn er echt onwaarschijnlijk veel.
We zoeken een mooie plek langs een van die kolossale velden waar ik denk wel een paar honderd bison’s zich ophouen en we scannen de omgeving af naar de wolven en beren.
Maar dat gaat vandaag niet lukken.
We denken even heel in de verte een figuurtje te zien dat wat weg heeft van een vos of een wolf, maar uiteindelijk een rotsblok blijkt te zijn. Ook spotten we nog een soort valk, die boven een helling op jacht is. Ik zie hem een paar keer door mijn verrekijker naar beneden duiken.
En er komt een eenzame bison achter ons langs gelopen. Dus die is zo dicht bij, dat Marja daar een paar mooie close-ups van kan maken.
Na een tijdje gaan we weer richting campground terug langs dezelfde weg. Morgen komen we hier in ons rondje van morgen nog een keer langs deze vallei.
Onderweg zien we nog steeds kuddes bison’s rondstruinen en rondliggen. Maar dan ineens staan er vlak voor ons een stuk of wat big-horns langs en op de weg. Omdat we daar niet kunnen stoppen rijd ik een klein stukje verder en loopt Marja terug om de diertjes te fotograferen.
Terug bij de campground zien we dat de accu-indicator aangeeft dat ie vol zit. En het duurt nu veel langer tot hij wat terugzakt naar 2/3e. Dus het vastzetten van de bedrading heeft kennelijk geholpen.
De kachel kan dus aan vannacht. En dat vinden we wel zo prettig. Niet alleen voor onszelf, maar zeker ook omdat dat voorkomt dat er leidingen zouden kunnen bevriezen. Overigens is het wel erg koud, maar echt gevroren heeft het hier nog niet of nog nauwelijks.
Voor het avondeten staat kipfilet op het menu. Een paar kolossale filets moeten de pan in. En omdat ze zo groot zijn houd ik maar een ruime tijd aan om ze te braden. Ze zijn op zich goed gaar, maar het had iets minder mogen zijn.
We gaan morgen zien hoe de batterij zich gehouden heeft. Nu nog even afwassen en dan maar weer te bedde.