Half zes op. We zwaaien Kevin en Isabella namelijk uit bij de taxistand. Daarna ruimen we de boel een beetje op en rijden we ongeveer 7 uur de campground af. Van René (onze collega) en zijn vrouw hebben we gisteravond al afscheid genomen.
Vandaag willen we proberen aan het strand te komen (Point Mugu). Dat is een aardig eind, maar nu we zo vroeg wegrijden moet dat wel lukken.
De taxichauffeur van gister vroeg nog waar we naar toe gingen en toen we zeiden dat wij naar Californië gaan zei hij zoiets wat Joden ook wel eens zeggen: oijoijoijoijoi (zoiets in ieder geval). Volgens hem zit er namelijk zwaar weer aan te komen als gevolg van El Nino. Volgens de weerapps wordt het wel wat bewolkt, maar schijn toch elke dag de zon. Dus dat zal wel meevallen.
Als we door het dal naar de bergen rijden waar we overheen moeten zien we daar echter dikke grijze wolken hangen, waarin zelfs af en toe een bliksem is te zien. En juist als we de eerste stijging van de weg bereiken krijgen we een aardige stortbui over ons heen. En we kunnen zien, dat dit niet de enige plek is waar het regent.
Verderop gaan we even tanken bij Primm. Een plaatsje waar o.a. een grote Roller Coaster (schrijf je dat zo?) staat. De benzineprijzen lijken hier al California-niveau's te bereiken.
Ook pakken we nog een Starbucks. We hadden vanochtend geen tijd om koffie te willen zetten.
En verder gaan we weer,
Het navigatieprogrammaatje van Marja laat nu af en toe steken vallen en is soms ook te laat met zijn aanwijzingen. Daardoor missen we op een bepaald moment de aanwijzing "Pasadena". Dit betekent dat we nu een stuk binnendoor opnieuw op deze weg moeten zien te komen. En dan roept die navigator steeds bij kruisingen: recht door rijden. Tot hij er kennelijk ook geen zin meer in heeft en een tijdje niets zegt.
Maar uiteindelijk zitten we weer op de goede weg.
Na een paar uur rijden stoppen we ook nog even op een stopplaats waar alleen maar kolossale vrachtwagens staan. Voelen wij ons ineens nietig. We eten daar even een boterhammetje en gaan dan weer op weg.
Een groot deel van het laatste deel van de route bevinden we ons overigens binnen de grenzen van Los Angeles en dat geeft een beetje een indruk van de oppervlakte van deze stad, die immens is. Want ook de volgende dag zitten we nog oor een deel van de rit binnen die oppervlakte.
Maar uiteindelijk zitten we op de weg naar de campground (highway 1), overigens net dan nadat de navigator nog heeft geprobeerd via een hele rare route daar te brengen. Maar daar trappen zelfs wij niet in. Dat gaat echt niet lukken met onze ARVIE.
Bij de campground worden we welkom geheten door een niet al te vrolijke Parkwacht/Ranger of hoe je hem ook moet noemen. Maar we hebben nog wel een plek, dus daar malen we niet om.
Na installeren en even zitten maken we een korte wandeling over het strand. Mijn - na de kolibri - meest favoriete vogel: de pelikaan laat zich ook weer in grote aantallen zien. Er ging zelfs op een moment een vlucht van bijna 40 van die vogels over. Maar wat ik vooral mooi vind, en misschien heb ik dat al wel eens eerder gezegd, is de manier waarop die beesten met hun vleugels gespreid vlak over het water scheren. Soms raken hun vleugeltips daarbij zelfs het water. Een mooi gezicht om te zien.
Marja spot ook nog een sea-lion, strandlopertjes en nog een paar vogels en wat krabbetjes.
Op de terugweg worden we nog aangesproken door een behulpzame dame die dacht dat wij misschien wel samen op de foto wilden en dat ze daar wel bij wilde helpen. Heel aardig, maar we hebben het aanbod vriendelijk afgewezen. Wij zijn niet zo van die vakantiefoto-mensen.
El Nino moet het aan het eind van de middag overigens afleggen tegen de zon, die ervoor zorgt dat een groot deel van de wolken verdampt. en dan wordt het toch nog een lekkere middag.
Omdat het vanochtend vroeg op is en we een lange rit hebben gereden gaan de burgers vroeg op de grill. En daarna liggen we vroeg in bed. Overigens met de luikjes dicht. Onze buurman stookt namelijk lekker voor de wind weg allerlei dingen op zijn kampvuurtje. En dat slaat een beetje op de ogen.