Route 66

Dat vroegertje gisteravond heeft ons goed gedaan. Goed geslapen en vanochtend voor achten al weer op weg. Snel nog even tanken in Williams en we’re off. Vandaag is een rijdag met als eindpunt Needles. Maar voordat we daar zijn hebben we nog wel wat mile-tjes te gaan. Het eerste stuk gaat over de ‘40’. 

Route 66

En het plan is bij Seligman de fameuze Route 66 te pakken. Onderweg op de 40 zegt Marja dat we ook daarvoor bij afslag 139 al op Route 66 kunnen komen. Zo gezegd zo gedaan. Wel even goed opletten, want afslag 139 volgt hier op 145. Ik begrijp helemaal niks van die nummering. Maar het gaat goed. En dan komen we op één van de, zo niet de beroemdste weg in Amerika. Onderweg vraagt Marja zich af wat de motorrijders toch zo trekt in deze weg. Want afgezien van dat ie lang is en langs uitgestrekte vlaktes leidt: er zit niet veel variatie in (denken we dan nog).

Lange treinen

Wel worden we getrakteerd op het toch wel spectaculaire zicht op de goederentreinen in Amerika. Langs Route 66 lopen kennelijk gelijk op sporen waarover nogal wat goederenvervoer plaats vindt. De eerste keer dat we zo’n trein zien kunnen we onze ogen bijna niet geloven. Vier locs trekken misschien wel 40 of 50 wagons. Marja probeert hem te filmen, maar we zijn eigenlijk net te laat als de trein onder een brug door verdwijnt. Even later halen we de trein weer langzaam in en ik doe mijn best om hem een stukje voor te komen. Dan kunnen we stoppen en kan Marja hem nog een keer filmen. Dat lukt (net aan) en na een soort noodstop springt Marja uit de camper, stelt de camera in en filmt de langs rijdende trein. Uiteindelijk levert dat een paar minuten film op.

Het is een druk traject, want we zien regelmatig deze enorme treinen voorbijrijden. Echt snel gaat het niet, maar er hangt ook wel een gewicht achter die locs.

Seligman

Seligman is een verplichte stop. En niet alleen voor ons. Want gelijk met ons wordt een buslading oudjes en een buslading Japanners losgelaten op de vergane glorie. Maar je moet het gezien hebben. En we voegen weer een magneetje aan onze verzameling toe.

In de Barbershop annex giftshop treffen we een heleboel mappen aan, waar iedereen zijn visitekaartje kan achterlaten. Marja weet dat mensen van het forum dat gedaan hebben. Dus bladert ze door een paar van die boeken heen. Het is natuurlijk door de aantallen zoeken naar een speld in een hooiberg. Maar al in het derde boek dat ze doorbladert vindt ze het kaartje van Stal Nieuwenoord. Ik moet er gelijk een foto van maken en die zal wel in dit stukje prijken.

Cowboy laarzen

Na Seligman weer een heel lang stuk richting Kingman. Daar stoppen we even voor koffie en om even wat winkels te bekijken. Marja heeft een dierenwinkel gespot en een Boot-Barn. Thuis in Nederland heeft ze al op internet naar cowboy (of –girl) laarzen zitten kijken. Dus ze wil daar toch wel heel graag even binnen kijken. Resultaat: we lopen er met een paar prachtige laarzen weer uit. Nee ze heeft ze nog niet aan.

In de dierenwinkel (PetCo) koopt ze een cadeautje voor de honden: vlooienbanden (dit omdat het bericht van het thuisfront kwam dat één van de honden vlooien heeft).

De weg naar Oatman

Daarna komen we toe aan het mooiste deel van deze rijdag: de - zeg maar - toegangsweg naar Oatman. Aan het begin van de weg gelijk een benauwd moment. In de verte zien we een bord dat lijkt aan te geven hoe lang je vehicle mag zijn. Pas als we vlakbij zijn (tenslotte hebben we allebei een leesbril nodig) zien we tot onze grote opluchting dat 40 feet het maximum is. Dus we houden nog een paar feet over.

Maar wat een weg. Nauwelijks twee auto’s breed. Brokkelige randen aan de weg, met nauwelijks of geen berm en redelijk diepe afgronden. Dat levert dus een paar benauwde momenten op met (gelukkig maar een paar) tegenliggers . Zeker als Marja in de zijspiegel ziet dat de achterband af en toe bijna over het randje hangt. We slingeren ons met een gangetje van 15 miles per uur om hoog (wat ook de adviessnelheid is). Soms bij hele scherpe haarspeldbochten zelfs teruglopend naar 10 miles per uur. Het zweet staat in mijn handen en Marja vergeet bijna foto’s te maken van de weg en de omgeving.

En ook hier weer die gedachten: is dit de laatste helling? Ligt Oatman achter deze bocht?

Oatman en ezels

Eindelijk bereiken we Oatman. En dit maakt het – naast de ondanks alles mooie weg – de moeite en de spanning waard.

Wat een leuk stadje is dit. Misschien ook wel een beetje de vergane glorie van Seligman, maar toch veel minder. Het is er bovendien gezellig druk (alleen jammer dat ze de auto’s niet uit die ene straat weren (zou de foto’s zoveel leuker maken). En het grappigste is eigenlijk wel al die ezels die daar rond lopen. En dan bedoel ik niet die toeristen, maar echte ezels. Ook nog een paar jonkies er bij. Erg leuk.

Uiteraard kopen we ook hier weer een magneetje. En Marja koopt ook nog een nachthemd met een leuk opschrift (ben even kwijt wat het ook weer is).

Naar Needles, en het tunneltje

Na Oatman besluiten we Route 66 te verlaten en rijden richting Needles. Over een weg die volgens mij niet veel onder doet voor de oude Route. Gelukkig hoeven we niet meer over steile bergweggetjes.

In Needles aangekomen gaan we op zoek naar “Dennies”. De Tom-Tom geeft aan hoe we moeten rijden. Bij een tunneltje aangekomen let ik op het verkeer en het stop-bord dat daarvoor staat. Kennelijk kun je maar van een kant tegelijk dit tunneltje door rijden. Naast me begint Marja te roepen: 8 feet, 8 feet, 8 feet, stop! Dat doe ik dus ook maar, alhoewel ik nog niet direct doorheb wat de commotie is. Tot ik me realiseer dat onze camper 12 feet hoog is. Pfffff dat is op het nippertje. Dus keren we om en langs een andere route komen we zo toch bij ons eten aan.

Kolibrie

De campground is daarna snel gevonden. En daar doet zich eigenlijk het hoogtepunt van de dag voor, voor mij althans. Als we gesetteld zijn, Marja achter haar laptop zit en ik in mijn boek zit te lezen kijk ik even naar buiten. Ik zie wat vliegen en denk nog: wat een grote insecten hebben ze hier. Dan kijk ik nog eens goed en dan realiseer ik me dat ik naar een kolibrie zit te kijken, die vlak buiten onze camper zijn kunsten vertoont. Vlug pak de camera zegt Marja. Alleen de lens die erop zit heeft moeite met het al wat zwakker wordende licht. Vlug pak die andere lens (zit in een hoesje in een vakje van mijn cameratas: dus vlug? Dat valt nogal tegen.) Eindelijk zit die lens erop en dan is het vogeltje gevlogen. We stappen hoopvol naar buiten: misschien komt ie nog terug. En waarempel even later ziet Marja hem weer bij de bloemetjes. Maar die dingen zijn zo vlug dat ze moeite heeft het diertje te volgen. Gelukkig weet ze toch een paar, misschien niet zulke scherpe, plaatsjes van het vogeltje te schieten. Geweldig dat je zo enthousiast kunt worden voor een diertje dat anderen misschien al ettelijke malen in het echt gezien hebben.

Welke weg morgen?

Morgen hebben we een aantal mogelijkheden: we rijden via de snelwegen in éen keer door naar San Diego en plakken een dag aan SD vast. We rijden naar Anza Borrego en de dag daana naar San Diego of naar Joshua Tree en dan naar San Diego. We zijn er nog niet uit, alhoewel mijn voorkeur toch wel uitgaat naar de scenic weggetjes (ondanks en dankzij de ervaringen van vandaag). Hoe dat afloopt lezen jullie morgen wel weer.

© MarenKo 2013