Anders dan andere jaren heb ik redelijk rustig geslapen. Maar één of twee keer wakker geweest. Marja niet. Die slaapt al wel om acht uur, maar is daardoor al wel om kwart over 11 wakker. Bij het op de wekker kijken mist ze alleen de eerste 1 en denkt ze dat het kwart over 1 is. Als ze dan een uur later, dus kwart over 12, weer wakker wordt is ze even in de war: is ze teruggegaan in de tijd?
Hierna is ze ieder uur wakker. Om drie uur besluit ze maar de gemaakte foto’s op het macbook te zetten. Om half vijf is ze al weer wakker en besluit een bad te nemen. In mijn half-slaap denk ik nog: wie neemt er nu op dit tijdstip een bad? Marja dus. Als ze zo rond kwart over vijf uitgebadderd is hoort ze buiten voor het hotel geroep en geschreeuw. Blijk dat het hotelpersoneel vandaag staakt. Volgens een van de medewerkers (dien niet staakt) gaat het om onderhandelingen van de ‘Union’ met de werkgevers over het verlengen van een vijf-jarig contract dat die mensen hier krijgen. De staking is, volgens zeggen, bij alle hotels. En het moet gezegd, dat de mensen (een paar zeker) zich sterk inzetten voor deze staking. Voor ons hotel is er één man die echt de hele dag voor het hotel heen en weer heeft gelopen, al roepend en schreeuwend.
Inmiddels ben ik ook op en gedouched en besluiten we om even over half acht in het hotel te gaan ontbijten. Een wat karig ontbijt voor – in mijn ogen – veel te veel geld. $ 20 per persoon. Inclusief tax, dat dan weer wel. Daarvoor krijg je in een buffet scrambled eggs, bacon, potatoes, een soort croissantje (met jam), donuts, een soort van cinnamon-roll, maar dan zonder cinnamon, en een paar soorten boterham (zonder verder beleg) voorgeschoteld. Oh ja, koffie (veel te sterk) en jus d’orange kun je ook nog pakken. Dat zijn veel dingen die ik opnoem, maar neem van mij aan dat dit er erg sober uitziet.
Na het ontbijt besluiten we een wandeling te maken naar het Millennium Park. Wat direct opvalt als we het park inlopen is het monument, dat is opgericht ter ere van de oprichters van het park. Ik vind het wat ‘overdone’. Een plaquette was genoeg geweest. Alleen waren het wel veel namen, dus dat was misschien wat moeilijk te realiseren.
In dit park ligt ook ‘the Bean’. Een kunstwerk in de vorm van een grote, hele grote koffieboon gemaakt van glimmend en glanzend materiaal. Daardoor wordt alles er in weerspiegeld. Ik heb medelijden met degene, die ervoor moet zorgen dat dit object zo blinkend en glimmend blijft. Je kunt er wel mooie plaatjes van (en in) maken.
Dan lopen we richting het in het park gebouwde futuristiche amphi-theater. Op zich ook weer een imposant bouwwerk, uitgevoerd in wat zo te zien metaal is.
Intussen hebben we gemerkt, dat het hier barst van de Monarch-vlinders, die hier met tientallen tegelijk rondfladderen. Waarschijnlijk zijn deze beestjes aan het migreren. Je kunt je je met deze fladderaars nauwelijks voorstellen dat ze ergens komen. Een beetje wind, en die heb je hier nogal, blaast ze alle kanten uit. Maar toch doen deze beestjes dat.
Daarna lopen we via een bijzonder aangelegd pad naar het Maggie Daley Park en dan door naar the shore en de Navy Pear. Tenminste dat is de bedoeling. Op een bepaald moment volgen we – denken we – aanwijsbordjes die wijzen naar de Navy Pear. We lopen daarbij over een pad, dat lijkt uit te komen bij een sluis. Deze zouden we moeten oversteken om bij de pier te komen. Links en rechs van het pad waar we lopen ligt water en veel (grote) boten. Er liggen ook veel politieboten, met aardig wat pk’s er achter hangen. Als we een daarvan naderen loopt er net een politieman naar een van de boten. Als we de boot gepasseerd zijn horen we wel roepen, maar we hebben niet direct in de gaten dat dat aan ons gericht is. En dan wordt er keihard “HEEE” geroepen. Een man die ons op dat moment passeert laat ons weten, dat dat voor ons bedoeld is. De reden hiervoor is een groot bord, waarop staat dat we privé-terrein dreigen op te lopen. Weten wij veel, we zijn maar argeloze toeristen.
Maar we gaan toch maar terug langs dezelfde weg. Dat kan ook niet anders met al dat water aan beide kanten.
Uiteindelijk bereiken we toch de Navy Pear en besluiten daar bij de Starbucks wat te drinken en te eten. Als we daarna weer naar buiten willen lopen regent het. Niet echt hard, maar voldoende om te besluiten binnendoor verder te lopen. Marja kijkt ook nog even naar truien, waar ze thuis graag in loopt. Maar in eerste instantie kan ze geen leuke trui vinden. Als we weer buiten komen lijkt het of het wat harder is gaan waaien. Het kan ook zijn dat dat komt omdat we ons nu aan de rand van Lake Michigan bevinden. Een meer zo groot, dat we ons dat nauwelijks kunnen voorstellen. Toen we er op onze vlucht naar Chicago overheen vlogen hadden we ook al wel een beetje een indruk. We doen er namelijk met een snelheid van ongeveer 780 kilometer per uur bijna een uur over om bij Chicago te komen. Als we later op de dag de Water Tower Place bezoeken leren we daar dat het meer bijna twee zo lang en zo breed is als Nederland. Een aardige plas water. Geen wonder ook, dat het met storm aardig kan spoken op dit meer.
Als we op de terugweg zijn naar het begin van de Pier vindt Marja dan toch nog een trui die ze leuk vindt. We hebben dan net een paar Pretzel-sticks (met veel suiker) gekocht. Om te voorkomen, dat er suikervingers op de trui komen sta ik op een gegeven moment met twee bakjes pretzels in mijn handen, met nog de trui die ze aanheeft, haar tasje en de camera.
Op de terugweg naar het hotel begint het dan toch een klein beetje door te regenen. Zo zelfs dat ik toch maar even het vest dat ik bij me heb aantrek. Niet dat dat de regen goed tegenhoudt. Maar de regen is nog niet zo heftig, dat we meer nodig hebben of zouden moeten schuilen.We besluiten voorlopig even rustig bij te komen in het hotel. We hebben er dan al bijna weer 10 kilometer op zitten. Na twee uur besluiten we de Magnificent Mile af te lopen.Onder meer op zoek naar een AT&T winkel om de mifi weer van data-voedsel te voorzien. Dat werkte vorig jaar toch wel erg lekker om een wifi-verbinding te hebben in gebieden waar geen wifi te benaderen is, bijvoorbeeld bij Starbucks.In de zaak worden we – onder luide muziek – door een jongemaan aan 50 dollar aan data geholpen. De luide muziek blijkt van een rapper/kunstenaar te zijn die luistert naar de naam Young Jake. Blijkt zelfs al aardig beroemd te zijn. Ook door zijn schilderijen die volledig gemaakt zijn van emoji’s
Als we weer verder gaan lopen we achter een man, waarvan we eerst denken dat hij een vergroeide ruggengraat heeft. Maar als we wat langer achter deze vertegenwoordiger van het ministerie van vreemde loopjes lopen raken we steeds meer overtuigd, dat de man dronken is en door zijn manier van lopen het best zijn balans kan houden. Hij heeft ook een papieren tasje in zijn hand, waarvan ik denk dat het een cadeautje voor zijn vrouw is, omdat hij weer eens dronken is (?). Maar het kan nog steeds iemand zijn met een gebrek aan zijn rug.
Langs deze Magnificent Mile staan ook weer oude en nieuwe gebouwen door elkaar heen, wat toch een bijzonder sfeertje geeft. Zo zien we bijvoorbeeld een wat kleiner gebouw ingeklemd tussen hoge gebouwen staan. Dat geeft het idee, dat ze de eigenaar van dit pand niet hebben kunnen uitkopen en er daarom maar pal tegenaan is gaan bouwen.
Ook komen we een oud gebouw tegen dat in 1800 zoveel (precieze jaar weet ik niet meer) als enige publieke gebouw bij een grote brand in Chicago overeind is gebleven. Dit is the Water Tower, waar het plein The Water Tower Place naar is genoemd. Even verder staat aan de andere kant van de weg het een na hoogste gebouw van Chicago, de Hancock tower.
We besluiten dit gebouw te bezoeken en daarna bij de Cheesecake-factory die onder de toren zit te gaan eten.
Dus kaartjes kopen en met een lift naar 130 met (ongeveer). Maar niet nadat Marja bij een inspectie van haar tasje haar aansteker heeft moeten afgeven. Want stel je voor, dat ze kwade bedoelingen heeft en het gebouw in de fik wil steken.
Als we boven zijn aangekomen, zien we al snel dat het die 21 dollar pp waard is. Het uitzicht is namelijk, ondanks het wat somere weer, fenomenaal. Je kunt helemaal rondlopen op deze hoogte en alle kanten uit de omgeving bekijken. En dan vallen al die andere hoge gebouwen aardig in het niet bij deze toren.
Je kunt ook nog jezelf in de TILT tegen een glazen ruit opstellen. Deze stellage kantelt dan vervolgens naar buiten, zodat je op die 130 meter hoog recht naar beneden kan kijken. Nou voor geen miljoen euro (nou ja, daarvoor dan misschien toch wel) zou ik dit doen. We zien op een gegeven moment ook iemand er in staan, die misschien ook wel denkt had ik dit maar nooit gedaan.
Als we uitgekeken zijn daar boven gaan we richting Cheesecake-factory.
Daar moeten we een tien minuten wachter, voordat we naar een tafel (booth) worden gebracht. Daarna komt Jacob (onze ober) onze bestelling opnemen. En dan gebeurt het. Zonder dat we er overigens erg in hebben, dat het al gebeurt. Eerst begint Jacob zich te verontschudigen, dat het eten er nog niet is. Maar het komt er zo aan. Wij hebben nog niet in de gaten dat er iets aan de hand is.
Maar dan komt de baas (denken we) aan onze tafel zich ook al verontschuldigen voor het (in hun ogen) lange wachten dat we moeten doorstaan. Heeft te maken, dat de kip die onze gerechten zit op was en dat er dus verse kip bereid moest worden om onze gerechten te kunnen afmaken. Wij vinden het nog steeds geen probleem en hij bedankt ons ervoor, dat we zo geduldig zijn.
Dan komt Jacob zich nog een keer verontschuldigen en hij vraagt of hij voor ons misschien een complementary soepje of salade kan brengen in afwachting van het eten. Wij vinden dat niet nodig, omdat we in Nederland bij het uit eten gaan wel vaker meemaken, dat het eten langer op zich laat wachten, dan waar Jacob zich nu druk over maakt.
Na een minuut of tien komt de manager weer terug en verontschuldigd zich nogmaals omdat er nu toch zeker al veertig minuten voor bij zijn sinds we onze bestelling hebben geplaatst. Maar het eten is nu toch echt in aantocht en – en dan komt de grote verrassing – hij laat weten: I took care of your bill. You only have to pay for the sangria. Dat hadden we toch echt niet verwacht na wat in onze ogen geen absurd lange wachttijd was. Maar het geeft wel aan dat de Amerikaanse standaard en moraal voor dit soort zaken toch even anders ligt dan in Nederland. In Nederland krijg je er bij een dergelijke wachttijd nog geen eurocent van de rekening af.
Als Jacob zich daarna nogmaals komt verontschuldigen biedt hij ook nog aan dat het dessert (twee grote stukken Cheesecake) ook nog on the house is. Ik zeg hem dat hij zich niet hoeft te verontschuldigen, omdat hij er nies aan kan doen, dat de kip op was. Maar we accepteren het aanbod natuurlijk met vier handen. Ik heb Jacob uiteraard nog wel zijn welverdiende tip gegeven.
Om meerdere redenen verlieten we het restaurant vervolgens voldaan om op ons gemak weer terug te lopen naar het hotel. Het was intussen aanzienlijk drukker geworden op straat. Niet alleen wandelaars. Maar zeker ook vaak zeer ongeduldige automobilisten die om het minste of geringste op hun claxon hangen. Dat is echt abnormaal hier. Wat een zenuwpezen zijn dat.
Er is overigens ook veel politie op de been. Of dat altijd in het weekeinde is of dat er iets bijzonders aan de hand is weten we niet.
Maar ja Chicago staat bekend als een nogal gewelddadige stad, alhoewel dat waarschijnlijk niet vaak hier in het centrum zal plaatsvinden. Maar dat kun je natuurlijk niet met zekerheid weten.
Tijdens het schrijven van dit verslag heb ik vervolgens het stuk Cheesecake lekker zitten oppeuzelen. Je schrikt er overigens van hoeveel calorieën daarmee gemoeid zijn. Maar ach we hebben vandaag meer dan 14 kilometer gelopen, dus dan kunnen een paar calorietjes meer toch niet veel kwaad doen.