Zaterdag, vandaag gaan we naar Washington DC. We willen de Metro pakken en met een dagkaart een aantal bijzondere plekken bezoeken. Alleen moeten we dan wel ergens onze camper in de buurt van een metro-station kwijtkunnen. We rijden weer eens richting Tyson Corner (waar het gister zo razend druk was). Daar zien we wel een paar metrostations, maar geen parkeerplekken. Of toch? Daar bij wat winkels kunnen we hem kwijt. Maar is dat Metro-station al open? Nee dus. In ieder geval zijn we daar niet zeker van. Dus maar weer verder gereden. Verderop zien we een Metro-Station dat het wel “doet”. Tom-Tom probeert ons weer eens een loer te draaien, maar daar trekken we ons nu eens een keer niets van aan. Als we het station naderen zien we rechts van ons een parkeerterrein. Bij de ingang staat dat het 4,5 dollar voor een dag kost. Twee keer voor de camper, omdat je twee plekken inneemt. Maar dan blijkt het poortje naar het parkeerterrein zo smal, dat ik het zelfs niet aandurf. Dus Marja eruit om me even achter weer de weg op te loodsen. Dan maar naar een een paar minuten lopen verder gelegen winkelcentrum, waar we de camper wel makkelijk kwijt kunnen. We pakken daar nog even een Starbucksje en lopen dan naar het station.
Het vinden van de juiste metro blijkt hier niet zo moeilijk. Het is nl. een eindstation, dus we kunnen maar een kant uit. Bovendien worden we geholpen door een medewerker van de Metro (toch?), die ons dat uitlegt en dat we het best voor het centrum bij het Smithsonian kunnen uitstappen. Dat is 9 haltes verder.
We rijden achteruit, tenminste: wij kijken in de verkeerde richting en we worden allebei een beetje misselijk. Dus we zijn blij als we er zijn. Boven de grond opduikend moeten we ons even orienteren, maar dan lopen we naar de Mall, waar een heleboel musea, het Capitool, het Washington Monument (die grote Obelix, weet je wel), het Witte Huis, het World War II Memorial en nog veel meer aan gelegen zijn. Het lijkt wel één heel groot Memorial.
En het is overal een drukte van jewelste. Bij het Memorial van de Tweede Wereldoorlog is iets gaande. Zelfs camera’s van CNN staan daar te draaien. We vragen aan een man in een t-shirt met daarop Honour-Flight wat er gaande is. Hij vertelt ons, dat er elk jaar een dag is waarop veteranen uit die oorlog uit het hele land, met allemaal individuele begeleiders naar het Memorial komen. De meeste hebben dit dan nog nooit gezien.
En er zijn er vandaag zo’n 700. Dus dat schept wel een bijzonder sfeertje. De mensen staan zelfs te klappen als de veteranen uit de bus worden geholpen.
We lopen naar die Obelix, waarvan we direct al gezien hadden dat deze in de steigers staat. We horen, dat er in 2011 kennelijk een aardbeving is geweest en dat ze daar nu (pas) de schade aan dit monument herstellen.
Daarna lopen we naar het Abraham Lincoln Monument. En als ons al was opgevallen, dat het zo rond de Mall allemaal toch wel wat pompeus is, dan slaat dit monument wel zo’n beetje alles. Het is kolossaal, met grote pilaren en een gigantisch beeld van Lincoln.
Goed beschouwd zit er eigenlijk in al die monumenten en gebouwen een grote mate van imitatie van wat de Romeinen lang geleden deden
Als we het Witte huis “gedaan” hebben, ligt het Capitool eigenlijk een beetje te ver uit onze route naar het centrum, waar we ook nog even willen kijken. Dus dan daarvan maar en foto vanaf een afstand vanaf de Mall. En dan naar de winkels. H&M en For Ever 21 zijn dan de enige twee die we aandoen. Marja koopt een paar sokjes van 1,50 dollar om een beetje de blaren op haar hielen te verzachten. En dan de Metro weer in die daar op de hoek is. Want we willen ook nog even bij het Pentagon, toch ook een begrip, en Arlington (de begraafplaats) gaan zien.
Voor het Pentagon zou je eigenlijk een toer moeten doen, want van buiten af valt er weinig aan te zien en er mogen bovendien geen foto’s gemaakt worden. Dan maar naar Arlington. Als we daar aankomen staat er op een bordje dat ze om vijf uur dicht gaan. Het is dan kwart voor vijf. Dus dat wordt nog aanpoten. Maar we redden het. En het is indrukwekkend om al die kruizen zo in linie over die gigantische velden uitgelijnd te zien staan. Het maakt niet uit uit welke hoek je kijkt, ze staan altijd in het gelid.
We hebben zelfs nog even tijd om bij het graf van Kennedy langs te lopen.
Maar dan moeten we toch echt vertrekken.
En dan aanvaarden we de terugreis, met dat verschil dat we nu een route instellen in de camper die ons bij het restaurant Outback brengt. Om files te vermijden heeft Marja ingesteld, dat we geen highway willen rijden. Dus we krijgen de toeristische route. In het halfschemer kunnen we zien, dat het een schitterende route is en we vinden het jammer dat we daar niet eerder op de dag langsgekomen zijn. Het is af en toe wel passen en meten. Bij de Outback aangekomen zien we dat er geen dubbele parkeerplekken zijn. Zo langzamerhand wel een beetje geroutineerd, zetten we de camper daarom maar gewoon dwars over een plek of vier geparkeerd.
Dan moeten we een minuut of 50 wachten voordat we aan de beurt zijn. Tja het is zaterdagavond en het restaurantbezoek ligt hier toch qua aantallen op een “iets” hoger niveau dan in Nederland. Kennelijk doen we in Nederland iets verkeerd.
Na weer eens een lekkere steak maar weer in het donker terug naar het Fairfax park.
Zondag: Vandaag een relaxt dagje. We worden om 2 uur namelijk door een andere Petra opgehaald, die ons dan naar de Great Falls in Washington zal rijden. We hebben ‘s-ochtends dus de tijd voor onszelf. Lekker eens zo rustig aan te kunnen doen. Tegen enen gaan we op pad naar het Office, waar we afgesproken hebben en lopen een korte trail door het park. Net even op pad zien we ineens vier herten in de bosjes op misschien 15-20 meter afstand. Geweldig, die grote oren van die beesten. En ze staan ook nog eens lekker in het zonnetje deze keer, zodat ze goed op de foto komen. Dat zijn weer tig plaatjes.
Een eindje verderop zien we ook nog eens een Kardinaalvogel en weer iets verderop zelfs een prairiedog of is het een Gopher (of is dat hetzelfde?).
Bij het Office aangekomen moeten we even wachten. Maar klokslag 2 uur zien we Petra aankomen. Haar hond Cosmo begroet ons vriendelijk en we rijden naar de Great Falls. De toegangsweg staat dan helemaal vol met auto’s. Net als in Nederland: mooi weer en zondag. Dat nodigt uit.
Als we eindelijk in het park geparkeerd staan lopen we eerst een stukje langs de Pahtowmack river. Petra, die in haar dagelijks leven rondleidingen geeft in Washington, legt uit dat George Washington een rol heeft gespeeld in deze naamgeving. Want tegenwoordig zie je over Potomac staan. Welke rol is me niet bijgebleven.
Dan lopen we terug naar de falls en bekijken deze van drie plekken. We hebben mazzel, want er zijn een paar kajakkers die zich met hun kajak van een paar van die falls afstorten. Spectaculair.
Als we uitgekeken zijn, rijden we met Petra nog even mee naar haar huis. Daar ontmoeten we haar man en haar zoon. Ook zij wonen, net als de andere Petra uit Raleigh, in een schitterende wijk en een prachtig huis.
Zo hebben we toch deze reis twee (half) Nederlandse echtparen ontmoet, die het hebben gemaakt in de States. De eerste Petra woont er overigens pas acht jaar, terwijl de tweede Petra al dertig jaar in de States woont. Ooit meegekomen met haar ouders.
Na wat met elkaar gesproken te hebben brengen ze ons terug naar de camper, waar wij natuurlijk ook de camper even moeten showen. Vooral de slide-out maakt indruk bij Rick. Onderweg, en niet alleen dan, maar elke keer als we hier rondrijden, zien we huizen die je bijna niet voor mogelijk houdt, zo groot, zo kolossaal en vooral zoveel pilaren. Daar zijn ze hier echt gek op.
Er schijnt zelfs een duplicaat van het Witte huis te staan, wat nu te koop staat, want het enige kind van de eigenaren woont nu niet meer thuis en nu is het huis te groot geworden.
Als ze vertrokken zijn leggen we een paar overgebleven hamburgertjes in de pan en magnetronnen we een paar patatjes, waar Marja nog een paar tomaten bij snijdt. Simpel maar lekker. En dan is het al met al toch al weer een lange dag geweest en duiken we het bed in.
Maandag: Vandaag weer een verplaatsingsdag, waarin we van Fairfax/Washington naar Philadelphia rijden, naar een campground die daar op een uur vandaan ligt. In West chester. De rit daar naartoe laat ons weer een schitterende omgeving zien. Alleen het eerste stuk Washington uit is razend, razend druk. Echt ongelooflijk hoe druk het hier is. De rit brengt ons vanuit Washington, langs Baltimore naar Maryland en dan Pennsylvania in. Het lijkt erop, dat de kouwe nacht die we hebben gehad, de bomen in een nacht flink van kleur hebben doen verschieten. Bij het verlaten van het Fairfaxpark zien we langs het meer dat daar ligt nl. weer schitterend gekleurde bomen staan. En omdat er ook nog eens damp van het water opstijgt is dit, met de ochtendzond, een schitterend moment voor weer een paar foto’s.
Als we de grens van Maryland met Pennsylvania oversteken, lijkt het land om ons heen ineens te veranderen. Het wordt allemaal wat weidser en ruimer. Ook hier is het schitterend. Vooral als we de (oostelijke) highway 1 afrijden (in het westen heb je er namelijk ook een) zitten we allebei weer te genieten van het mooie land om ons heen. Misschien zijn we ook een beetje, zo tegen het eind van de vakantie, over de domper van deze vakantie heen. Alhoewel, als ik vanavond op Facebook wat foto’s zie van een man die een blog bijhoudt “Entering the Cades Cove”, en daarop beren, herten en schitterende kleuren laat zien, voel ik nu toch ook wel de nodige irritatie voor het missen daarvan opkomen. Dus maar snel weggeklikt.
Het laatste stuk van de rit, gaat weer over schitterende weggetjes, langs landerijen, waar bijna overal paarden lopen. En de laatste kilometers is het opnieuw passen en meten.
Maar het is weer de moeite waard. We staan weer op een geweldige campground. Het valt ons op, dat we elke keer als we een campground uitzoeken toch op redelijk uitzonderlijke plekken uitkomen. Als we geregistreerd zijn door een alleraardigste dame, die Amerikaans op een bijna engelse manier spreekt, zien we dat we daar ook kunnen kanoën. En dat willen we graag doen. We huren dus een kano (voor twee uur) en gaan het water op. We moeten eerst stroom op peddelen. En dat valt op sommige stukken echt niet mee, zo sterk is die stroom. En het levert af en toe aardige discussies op: Jij moet roeien, nee jij, nee links of toch rechts of de andere linker kant. Maar we hebben wel schik. Op een bepaald stuk zien we dat we echt niet verder kunnen. Het lijkt daar over de hele breedte namelijk erg ondiep en de stroming is daar ook weer stevig. Dus draaien we om, wat ook niet helemaal vlotjes verloopt en laten ons dan met de stroom mee weer terugdrijven naar de plek van vertrek.
Kano op de kant en peddels weer inleveren. Toch weer iets meer dan een uur genoten.
En dan de dagelijkse routine van verslag maken en eten klaarmaken. Marja heeft inmiddels het vuur opgestookt en ik ben klaar met het verslag. Dus lekker eten maar weer.