Wahweap laten we achter ons en we gaan lekker ontbijten bij Dennies. Daarna ligt er 70 miles voor ons om bij de Grand Canyon te komen. Dus op zich een betrekkelijk korte rit. Onderweg nog even de tank bijvullen voor ongeveer 60 cent de liter. Kom er eens om in Nederland. En volgens een kaartje op een van de benzinepompen die we de laatste keer gebruikten zit daar dan ongeveer 10 dollarcent belasting in. Rutten, neem daar eens een voorbeeld aan.
Bij de pomp loopt ook nog een zgn. Indian-dog rond. Een schuw beestje met een heel vriendelijk kopje. Marja maakt daar - als hondenliefhebber - ook nog een fototje van.
En dan rijden we het Grand Canyon National Park in. Onze eerste stop is Desert View, daar waar de Watchtower staat.
Daarna besluiten we eerst de campground te gaan verkennen en daarna naar de Rim te lopen (al een aardig stuk) en te bekijken hoe we een aantal views kunnen bekijken. Het is er - zoals gewoonlijk - vreselijk druk. Vooral bij de halte waar de shuttle-bussen staan die je naar o.a. het verste viewpoint kunnen brengen. Alleen staan daar zoveel mensen, dat we vrezen wel drie of vier bussen te moeten afwachten, voordat we aan de beurt zijn. Daarom besluiten we een aantal van die viewpoints te voet af te lopen. En dat is de moeite waard. Want de uitzichten die ons daarbij worden voorgeschoteld zijn echt weer adembenemend. Je kunt je bijna geen voorstelling maken van wat je daar ziet. De rotsformaties, de diepe kloven, de kleuren. En vooral het feit dat je ziet, dat er aan weerszijden van de canyon hoogvlaktes liggen, die in het verre verleden - dat denk ik tenminste - één grote vlakte vormden. En als je dan ziet wat daar in de loop der tijden (miljarden jaren?) is weg-geerodeerd dan zakt je onderkaak van verbazing naar beneden.
Indrukwekkend is het woord daarvoor.
Elke keer als we een viewpoint hebben aangedaan is de vraag: doen we er nog eentje of gaan we terug. Drie of vier keer is de keuze: we gaan nog even eentje door.
Punt is, dat we die ook weer allemaal gaan teruglopen (dat beslissen we uiteindelijk wel zelf, maar toch).
Resultaat daarvan is dat we uiteindelijk een wandeling hebben gemaakt van zo'n vijf uur.
Het laatste stuk, dan is het al donker, verloopt ook nog een beetje chaotisch. We hebben bedacht dat we een stukje verder langs de rim moeten lopen en dan een pad moeten nemen, dat ons in de buurt van de Market-plaza moet brengen, die dan weer in de buurt van onze campground ligt. De plaza vinden we. En als we dan een hoek omslaan staat daar een richtingbord naar onze campground. Maar - wordt er geroepen - "dat is waarschijnlijk die rondweg en dan moeten we een heel eind omlopen!". Dus de andere kant uit en dan zien we een man een pad nemen waarvan we denken dat dit bij de campground zal uitkomen. Niets blijkt minder waar. Niet alleen is het een pad waar je af en toe, ondanks de zaklampjes, alleen stuikelend en strompelend verderkomen. We komen ook nog eens uit bij de lodge en niet bij de campground. Dan nemen we nog weer een ander pad (en dat allemaal in het donker he, hoewel we gelukkig zaklampjes hadden meegenomen). En dat brengt ons, u raadt het al, terug bij de Plaza. En dan zien we ook weer dat richtingbord naar de campground. Nu volgen we het wel en dan is de campground inderdaad snel gevonden. We moeten dan alleen nog een stukje naar boven lopen, wat na zoveel tijd wandelen geen sinecure meer is, maar bereiken dan gelukkig de camper. We laten ons allemaal op een bank vallen. Alleen Kevin loopt rond te springen alsof we even een blokje om gelopen hebben.
Het avondmaal bestaat uit barbeque-worstjes met wat sla en dat smaakt heerlijk na zo'n wandeling.
Ik verwacht dat we morgen, maar vooral overmorgen van deze wandeling nog wel de gevolgen zullen voelen. Dus moeten we het vanavond maar niet te laat maken en vroeg naar bed gaan.