Maar dat loopt op de zaken vooruit. Eerste wat eerste komt. En dat is dat ik vandaag voor Marja op was. Zal toch geen trend gaan worden? Vorig jaar ook al een keer…. Maar misschien waren de twee glaasjes Baileys daar debet aan. Maar op zich is dat niets voor Marja op een dag dat we vroeg wegmoeten. We moeten nl. om 7 uur de shuttle hebben naar de Yosemite Lodge, waar we de bus naar Glacier Point zouden nemen. Dus toen ik om kwart over zes uit bed stapte moesten we ons nog haasten ook. Maar “gelukkig” komt de eerste shuttle pas twintig minuten na zevenen. We hadden nog wel even kunnen blijven liggen. Bij de Lodge halen we nog een koffie en een Cinneman roll en pikken we onze tickets voor de bus op. Die hebben we al van huis uit gereserveerd.
De bus naar Glacier Point heeft een grappige chauffeur, die een paar schitterende verhalen heeft, hoe hij bijvoorbeeld bij de brandweer met een helikopter is geëvacueerd uit een brand. De truck waar ze mee waren vonden ze later terug zonder banden en zonder glas. De banden waren verdampt en het glas was gesmolten. Dus dan is het wel heet in zo’n brand. Ook vertelde hij dat hij een keer met een dirt-bike (motor) tegen een eland is aangeknald die net de weg opstapte toen hij er aan kwam rijden. Gebroken nek en pas de volgende ochtend gevonden door iemand uit de buurt. Dit gebeurde allemaal in Alaska. Op de vraag wat er met de eland was gebeurd zei hij dat hij dat niet wist, maar dat hij hoopte dat he died a slow and painfull death.
En waarom dan naar Glacier Point? Om de Panorama-trail te lopen. Een trail van ongeveer dertien kilometer door de bergen. Omhoog, omlaag en weer omhoog en dan weer omlaag. En zo ging dat een tijdje door. Maar het moet gezegd: de uitzichten (panorama’s: vandaar de naam waarschijnlijk) waren adembenemend. In de route zaten ook een paar watervallen die er van een afstand al (overkant van het dal) spectaculair uitzagen en natuurlijk helemaal toen we er vlakbij kwamen. Maar voordat het zover was eerst wat we nu eigenlijk gezien hadden. En de trouwe volgers van onze blog/site hebben het waarschijnlijk al geraden. We hebben EEN BEER gezien. En dat is toch wel een bijzondere sensatie. Vooral de manier waarop. We zijn nl. weer eens op weg naar (een) boven en vlak voor wat later blijkt de laatste haarspelbocht te zijn, zie ik ineens een beweging in het bos naast ons. Op een meter of dertig/veertig (hoe vaker we dit vertellen hoe korter de afstand zal worden, maar veel meer dan dat was het echt niet). Door de schaduwwerking van de bladeren aan de boom had ik eerst niets gezien, maar omdat hij een paar passen loopt zie ik hem ineens. Dus ik roep (zachtjes uiteraard) naar Marja die een paar meter voor me loopt: BEER, BEER, BEER. Pas bij de tweede keer realiseert ze zich wat ik zeg en kijkt ze opzij. De eerste reactie is: he, beer even een plaatje schieten, maar ik krijg hem er niet goed op dus even een paar stapjes opzij of iets dergelijks. Maar dan komt het besef dat die beer maar op 20 meter (zie je wel het wordt al minder) van ons af loopt, dus ik schiet snel een plaatje (helaas staat het stomme beest achter een boom, dus het zal nog lastig worden te bewijzen dat we hem echt gezien hebben) en we maken dan dat we ons snel uit de voeten. Vanaf dat moment kijken we ook veel meer om ons heen dan daarvoor. Je moet ook nog een beetje opletten waar je loopt om niet te struikelen.
Na deze belevenis komen we aan misschien wel het mooiste stuk van de trail in de buurt van de watervallen. Indrukwekkende hoeveelheden water storten zich met razende snelheid naar beneden. Het geluid dat je hoort lijkt wel een straaljager. Alleen de downside van deze twee watervallen is dat ze op korte afstand met een nogal groot hoogteverschil te benaderen zijn. Dit betekent dat een deel van de trail loopt over wat wel een rockslide lijkt en waarin een pad is aangelegd. Dit is razendvermoeiend en dodelijk voor je spieren in je dijen en je knieën en heupen. En dan loop je ook nog met een zware rugzak te zeulen. Maar zoals gezegd het was zeker de moeite waard.
Toen we dus bij de tweede waterval naar beneden waren gelopen, ook al weer via zo’n vreselijk “trap” met treden van allemaal verschillende hoogten en waar je razend goed moest opletten waar je je voeten zette, dachten we dat we er waren. Maar om bij de shuttlebus terug naar de campground te komen moesten we nog een stuk geasfalteerd pad af dat ook weer op en neer ging. En niet zo maar. De percentages logen er niet om. En wie wel eens in de bergen heeft gelopen weet dat het naar beneden lopen op steile stukken killing is voor je spieren en gewrichten. En elke keer dachten we dat we er waren, maar dan kwam er toch weer een helling.
Maar uiteindelijk hebben we het toch gered tot de halte van de shuttle.
Het was eigenlijk niet eens zo’n groot stuk meer terug naar de camping, maar we hadden echt de puf niet meer om dat te lopen. Bij de camper gekomen hebben we onze spullen aan de kant gegooid, de stoeltjes gepakt en zijn we met onze voeten (en de stoeltjes) in Merced-river, die langs de campground loopt gaan zitten. Wel erg koud maar o zo lekker met die zere voeten.
En nu zit ik dit stukje te tikken en gaan we zo onze steaks weer lekker op de barbecue braden. En ik schat in dat we er vanavond weer vroeg in liggen