Dag 25 brengt ons in de buurt van ons eindpunt en het inleveren van de camper. En zoals elke keer is dat een moment waarop we wat achterover leunen en wat meer overgaan op de relax-stand. Zo hebben we de afgelopen twee nachten op een toch wel bijzondere campground gestaan. Midden in het “platteland” van Pennsylvania. Echt plat is het natuurlijk niet. Maar het is wel een schitterend land ook weer. En zoals al deze hele reis valt ons op, dat de huizen hier echt fabelachtig groot en imposant zijn. Wassenaar, Heemstede en Bennebroek zijn daar samen kleine jongens bij. Als je dit ziet kun je je niet voorstellen, dat Amerika in een diepe crisis heeft gezeten. Natuurlijk is de schuldenlast van het land opgelopen tot niet meer te bevatten bedragen (met 12 nullen of zoiets), maar daar hebben de meeste mensen in dit gebied kennelijk geen last van. Ook de andere kant van de medaille zien we hier overigens wel voorbij komen. Dan zie je bijvoorbeeld huizen, die bijna helemaal overwoekerd zijn en waarvan je vermoedt dat planten door de wanden heen naar binnen zijn gegroeid en waar dan zeer waarschijnlijk toch nog gewoon mensen in wonen.
Dit zijn ook de dagen dat we ons beperken tot wat shoppen in Outlets, om te kijken of we nog wat kunnen vinden voor de kids en kleinkids. En Marja wil ook nog wat kopen. Ook nu kan ze weer niet slagen. Ik koop een paar Sketchers. Bij de twee andere paren die ik heb kan dat geen kwaad. En we kopen wat leuke dingetjes voor de meiden van Stephan en Froukje.
Aan het eind van de middag laten we ons door TomTom richting een Best Buy. Ik wil even kijken of ik misschien als vervanging voor mijn helicopter-verjaardagsvlucht een nieuwe I-pod Classic zal kopen. Maar uiteindelijk vind ik dat toch een beetje zonde. Ik bewaar het denk ik dan toch maar voor de nieuwe Play-Station 4, die in november uitkomt. We zullen nog wel even zien.
Marja heeft nog altijd haar zinnen gezet op de I-pad mini. Maar ook die komt er (nog?) niet. Toch nog wel een hoop geld.
Over het smalle weggetje weer terug naar de campground en de kachel aan, want het wordt wat killer. We moeten zelfs het propaan al bij laten vullen, want die staat nog maar op 2 lampjes.
Wel stoken we nog even een fikkie van bijna onze laatste houtblokken. We weten nu hoe we dat moeten aankrijgen. En we grillen onze laatste eigen steaks op ons geweldige barbequetje. Deze keer gewoon een lekkere kale steak.
Dag 26 (woensdag) rijden we dan naar onze voorlaatste stop. De Timberlane campground. De omgeving doet de laatste dagen erg Engels aan. Veel engelse straatnamen en ook de hebben Engels aandoende namen. Marja ziet op een bord op een gegeven moment zelfs een Welsh aandoende naam staan.
We rijden ook door een paar alleraardigste plaatsjes, En we zien diverse schitterend fel oranje gekleurde Eiken (tenminste ik denk dat het Eiken zijn). Die kleuren hier zijn werkelijk schitterend. En met elke kouwe nacht lijken er meer kleuren bij te komen. Totdat natuurlijk alle bladeren zijn afgevallen. Maar zover is het nog niet.
Onderweg doen we nog even een Starbucks aan en een dierenwinkel (Petsharp). Ze hebben daar echt van alles voor die dieren. Zelfs Halloween-pakjes en Halloween-treats voor honden.
Daarna is de keuze om nog “even” naar Philadelphia te gaan of direct door te rijden naar de campground. Het wordt het laatste. Zoals ik zei, wat meer in de lay-back stand.
Als we de campground naderen krijgen we het gevoel, dat deze misschien wel een beetje zal tegenvallen. Om te beginnen ligt hij, denken we, niet zo ver van de snelweg. En als we daar eenmaal vanaf geslagen zijn, rijden we over een paar wegen met aan weerszijden een nogal rommelig en zelfs armoedig aandoende omgeving.
Maar uiteindelijk valt hij best nog mee. Okay, niet de mooiste campground, maar hij kan ermee door. Er ligt zelfs een vijver met daaromheen ook nog maar weer eens fraai gekleurde bomen. Dus dat levert nog wel een paar leuke plaatjes op.
Aan het eind van de middag gaan we op weg naar waar een Cheesecakefactory zou moeten zijn. Onderweg raakt TomTom helemaal van de kook van een omleiding vanwege wegwerkzaamheden en probeert ons via allerlei vreemde omweging weer op die weg “under construction” terug te brengen. We negeren “haar” en uiteindelijk stuurt ze ons via veel links-rechts-links weggetjes weer op de route.
Maar als we dan op de plek aankomen waar de factory zou moeten staan, vinden we daar alleen nog maar een Mario’s Pizza. Hmmmmm, niet helemaal wat we in gedachten hadden. TomTom biedt uitkomst en leidt ons naar weer een Outback een paar mijl verderop. Ook nu gaat dat weer via veel omwegen lijkt het wel, maar we komen deze keer op de goeie plek uit. Het is lekker rustig, dus we zijn snel aan de beurt. Gelukkig maar, want dan kunnen we als het nog licht is weer terug naar de campground. Want we willen eigenlijk niet in het donker rijden met het risico, dat we – zoals vanochtend gebeurde – een overstekend hert tegenkomen. Vanochtend was dat geen probleem omdat we al van een eindje zagen aankomen dat dit hert zou gaan oversteken. Daar konden we rekening mee houden. Maar als het donker is en er schiet ineens een hert voor je camper, dan heb je toch een probleem. En zo’n camper van een paar duizend kilo staat ook niet zo maar stil.
Maar het gaat allemaal goed en eigenlijk vrij vlotjes, alhoewel ook weer met heel veel tussendoor weggetjes, bereiken we de campground weer.
Morgen wordt het de laatste campground en dan wordt het weer koffers pakken. Kijken of we alles erin kunnen krijgen en beneden het gewicht blijven. Gelukkig zijn we een flink gewicht van de heenreis kwijt, dus daar zit mogelijk wel weer wat ruimte (qua gewicht dan). Nou ja we zullen wel zien. Ik heb al een bijdrage geleverd aan de gewichtsreductie: twee sokken waar een gat in zit (in een van de twee dan). Dus die hebben we al weggegooid.