De maan op aarde

Vaak wakker geweest vannacht. Allebei. Eén keer word ik wakker en kijk ik op mijn telefoon hoe laat het is (de nederlandse tijd staat daar nog op het beginscherm). 8.50 zie ik op mijn schermpje staan en denk: shit we hebben ons verslapen. We worden om acht uur bij Road Bear verwacht. Maar dan realiseer ik me, ook omdat het nog erg donker is buiten, dat ik me vergis. Het is nog geen 12 uur. Dus nog een paar uur te gaan.

We zijn allebei vervolgens ver voor de wekker al weer wakker. En we beginnen maar onze spullen te verzamelen. Tussen door gaat Marja nog even naar beneden om even te roken en die neemt dan een Starbucksje mee, met dit keer een chocolade-croissant er bij.

En dan op weg naar Road Bear, waar we om even voor achten arriveren.

We worden dit keer weer geholpen door een allervriendelijkste jongenman, waarschijnlijk ook uit Zwitserland (of Duitsland), die ons door de papieren heen helpt. Daarna de routine van het checken van de camper en enige uitleg daar bij, die we niet echt meer nodig hebben, na zeven keer.

Hij vraagt dan of we misschien alvast de camper hier willen inruimen met onze spullen en de koffers dan bij hen achterlaten. De camper heeft namelijk wat minder bergruimte dan onze vorige modellen, die wat groter waren. En we komen tenslotte aan het eind weer bij hen terug. En dat is geen probleem. Er staan ook al meer koffers, dus ze zijn dat al gewend.

We hebben trouwens pal aan de overkant van de weg een aardige campground gespot. Daar kunnen we misschien aan het eind onze laatste nacht staan. Dan hoeven we alleen de weg over te steken om de camper terug te brengen.

Na het inruimen gaan we op weg om de huurauto terug te brengen. Ik rijd voorop met de camper. En gelijk bij de eerste kruising, waar ze aan de weg bezig zijn, moet ik een hele scherpe bocht maken. En die is net even teveel, ook al is de camper niet zo heel lang. Ik moet ook even terugsteken, voordat ik de bocht kan halen. Het valt op, dat er niet door anderen getoeterd wordt, wat je in Nederland in zo’n geval misschien wel mag verwachten.

Verder geen scherpe bochten meer te maken en we rijden op ons gemak naar de ‘rentel car return’, waar Marja de auto terugbrengt en ik een plekje zoek voor de camper om even te parkeren. Een man met een hesje aan wijst me waar ik het beste kan parkeren.

Als ik dat gedaan heb, zie ik dat het fietsenrek nogal ver uitsteekt over de rijbaan. Dus toch maar ‘even’ omdraaien. Gelukkig is er voldoende ruimte om dat te doen in mijn eentje.

Gevolg is wel, dat als ik richting het verhuurcentrum loop, Marja al aan komt lopen. Het afhandelen gaat dus aardig snel.

We kunnen dus op weg. Even de route instellen op Bulhead city/Laughlin en we rijden.

Het duurt dan nog wel even voordat we Las Vegas achter ons kunnen laten. Die stad is namelijk nogal van een flinke oppervlakte. En we moeten natuurlijk nog ‘even’ langs en Walmart en een Barns and Nobles (voor eer kaart van Nevada).

Bij de Walmart gaan we eerst voor de fietsen kijken. En we hebben al vrij snel onze keuze gemaakt. Nog een paar gel-hoesjes voor de zadels (die zijn meestal nogal hard) en een pomp en we kunnen ze achterop hangen (de fietsen dan he, niet de pomp of de hoesjes).

Dan terug voor de normale boodschappen. We nemen bij voorbaat maar twee karren mee, want zo’n eerste keer slaan we meestal aardig wat in. Een barbecuetje hebben ze overigens niet hier, dus we moeten het doen met een rooster dat we op het rooster van de firepit kunnen leggen.

Al dat boodschappen doen betekent toch wel dat we een paar uurtjes zoet zijn bij de Walmart.

Intussen is het flink heet geworden buiten, dus we willen de boodschappen (zeker het ijs) snel ingeruimd hebben. En dat valt nog niet mee met al die zakjes die we in de karren hebben liggen.

Maar uiteindelijk zijn we zover en kunnen we op weg.

En dan komen we weer in de landschappen terecht, waardoor we zo gek zijn van Amerika. Als we Vegas uitrijden hebben we gelijk al weer zo’n weg die we kilometers voor ons zien liggen en die in de verte verdwijnt over een verhoging in het terrein, om daarna weer opnieuw kilometers voor je uit op te doemen. Ook nu verbaas ik me weer over de lange hellingen die vanaf de bergruggen het dal in lopen en de wegen die gewoon zo recht mogelijk langs die helling naar beneden (of naar boven) zijn aangelegd.

dag-1-4

Een eind verder is de scenery dan ineens weer heel anders. Was het eerst allemaal groen langs de weg, we rijden ineens in een omgeving met een beetje geel-cremeachtig gekleurd gebergte met hier en daar wat begroeiing van cactusachtige planten. Die bergen zijn ook nogal ruig gevormd. Je voelt je bijna op de maan als je daar rijdt.

dag-1-5

Dan rijden we op Bullhead city/Laughlin aan en moeten we even opletten waar we moeten afslaan voor de campground.

Na wat aarzelingen (zit hier nog wel een camping?) komen we uiteindelijk terecht op de Katherina Landing campground aan Lake Mead. Een niet zo’n grote campground met palmbomen en quails (kwartels) zoals we later zullen ontdekken.

dag-1-6
dag-1-7


Het is overigens inmiddels dik in de dertig graden, dus het enige dat we kunnen doen op dat moment is een plekje in de schaduw zoeken en vooral stilzitten en veel drinken.

Als het later in de middag wat minder heet wordt gaan we toch nog even onze fietsen uitproberen en probeert Marja wat zonsondergang-momenten vast te leggen.

dag-1-8
dag-1-9

Terug moeten we tegen een helling op, die achteraf wel meevalt. Ik heb alleen wat schakelproblemen met mijn fiets. Daar moet ik nog wat op oefenen.

Vanavond wordt er niet gekookt (veel te heet) en stellen we ons tevreden met een paar boterhammen met (pinda)kaas.

En omdat we toch wel wat slaap tekort gekomen zijn de afgelopen nacht liggen we ondanks de hitte al om een uur of acht op bed.

Gelukkig koelt het gedurende de nacht dan toch nog voldoende af en wordt het nog aangenaam in de camper.

We gaan zien wat morgen ons weer brengt. 

© MarenKo 2013