Op naar de Rockies

Frisjes vanochtend. Een stevig koel briesje blaast om de camper als we alles ontkoppelen en invouwen en in de camper wegstouwen. Nog even een blik op de bergen aan de overkant of we misschien toch nog Big Horns zien. Maar nee hoor, bad luck.

Voordat we goed aan de rit van vandaag beginnen eerst nog even tanken. Tom-Tom heeft gelijk al andere ideeën bij de route als wij . Maar zoals wel vaker zijn we eigenwijs en bepalen zelf welke kant we uitgaan.  Als we wegrijden bij het tankstation, geeft Tom-Tom zich deze keer snel gewonnen en stuurt ons nu wel de goeie kant op (soms is het net een mens).

Het eerste stuk gaat weer over de I70, nog steeds langs en een paar keer over de Colorado-rivier. Maar de omgeving begint toch al wat te veranderen. Dat heeft zich gister al ingezet, doordat rode rotsen vervangen werden door grijze dooraderde rotsen. Nu begint er langzamerhand ook wat meer groen zichtbaar te worden. Het blijven wel schitterende vergezichten als we soms over grote vlaktes kunnen uitkijken.

Na een kleine 40 mijl verlaten we de grote weg en slaan links af. We komen dan op een weg waar op de kaart niet de aanduiding scenic-byway staat aangegeven, maar er is niks mis mee. De herfstkleuren beginnen zich hier ook al weer aan te dienen en het is eigenlijk best een mooie weg.
Je merkt hier ook het verschil tussen het gebied wat we achter ons gelaten hebben en het gebied dat we nu inrijden. Utah (met name) is vooral een omgeving met grote, indrukwekkende rotsmassieven en diep uitgesleten canyons. Soms bijna intimiderend, zo ruig en ruw. Het gebied dat we nu inrijden oogt veel rustiger, ondanks dat het – zeker nu met de herfstkleuren – ook heel erg kleurrijk is.

En wat opvalt is dat we hier al vrij snel meer wild-life gezien hebben dat de hele drie voorgaande weken. Jammer genoeg zijn daar ook een aantal dode herten, een dode das en een paar dode wasberen bij. Maar we spotten onze eerste Elks van dit jaar (overigens met in de buurt een aantal jagers, maar die gaan gelukkig een andere kant uit) en ook weer een kudde Pronghorns (ook een soort herten met van die gedraaide geweien/hoorns). En we zien een paar bald-eagles vliegen. Hèt visitekaartje van de USA. Jammer genoeg net iets te ver weg om een echt scherpe foto van te maken, maar toch redelijk duidelijk zichtbaar dat het om deze vogels gaat.

Na deze keer zo’n kleine 80 mijl gaan we rechtsaf een weg op die wel het predicaat scenic-byway mag dragen. Maar wij zien het verschil met de vorige weg niet. Ook hier staat ergens langs de weg een gigantisch gebouw van de mijn-industrie. Wat ze mijnen weten we niet.

En we hebben zelfs het idee dat de eerste weg misschien wel meer scenic was dan deze.
Neemt niet weg dat deze ook mooi is.

Als we dichter bij onze bestemming komen zien we nu aan alle kanten zo’n beetje dreigende bewolking hangen en bij sommige wolken kunnen we zien dat het daaruit regent. Maar het lijkt erop, dat we er toch weer een beetje omheen rijden. Want we blijven voortdurende in het zonnetje rijden.

Als we in onze plaats van bestemming (Steamboat springs) aankomen, rijden we langs een campground die er wel aardig uitziet. Maar Tom-Tom laat ons nog doorrijden, totdat hij uiteindelijk ergens een beetje midden op een kruispunt zegt: bestemming bereikt. Je begrijpt: in geen velden of wegen een campground te zien. We besluiten een stukje door te rijden om te zien of er nog een campground te vinden is. Maar die vinden we niet. Dus keren we en rijden we terug naar de campground die we zagen en die later ook gewoon de campground blijkt te zijn, waarvan Marja het adres had ingegeven in de Tom-Tom.
Er is niemand in het kantoortje aanwezig en we schrijven ons in via voorgeschreven formulieren, waarop al is aangegeven welke plaatsen er nog vrij zijn. We kiezen er een uit en gaan even zitten uitpuffen.
Tegen kwart over twee besluiten we nog even Steamboat Springs in te rijden, want het zag er best wel als een leuk plaatsje uit.

Als we door het plaatsje lopen komen we in een winkel waar onze Painted-Pony’s staan. Er staan deze keer weer een paar mooie tussen. Maar we besluiten nog even door te lopen, wie weet treffen we nog meer winkeltjes met deze paardjes. Maar het blijkt de enige winkel te zijn die we tegenkomen. Likkend en knabbelend aan een ijsje gaan we weer terug naar het winkeltje en koop ik een mooi exemplaar. Die komt naast de eerste te staan. Alleen nog even een mooi plekje verzinnen.
Daarna weer terug naar de camper. Dan slaat de schrik ons even om het hart. We zijn – zonder het te weten – iets te ver doorgelopen en zien onze camper niet staan op de plek waar we hem dachten aan te treffen. Marja zegt nog gekscherend, dat ie weggesleept is, maar daar moet je toch niet aan denken. Maar gelukkig, even een stukje teruggelopen, en daar staat ie toch.

Terug op de campground installeren we alles weer en doen we even rustig aan. Later lopen we nog even een rondje over de campground, frissen we ons nog wat op en eten een bord met macaroni-cheese met smac-blokjes erdoorheen. Eenvoudig maar wel lekker.

Het is hier al wel een stuk afgekoeld zo tegen de avond, dus dat wordt vanavond binnenzitten. Nou ja ik moet toch dit stukje nog even tikken, dus dat komt goed uit.

© MarenKo 2013