Een rustig ontwaken vanochtend, alhoewel het uur tijdsverschil met Idaho (we zitten namelijk al in Washington-state) toch maakt dat Marja weer vroeg op is. Ik blijf nog even liggen.
Na een bakje thee legen we de tanks nog even en gaan dan eerst op weg naar de Walmart om een paar boodschappen te doen. We hebben o.m. nog wat water nodig. We kopen gelijk maar weer 3 van die grote flessen. Ik begrijp niet waarom we vorige jaren steeds zaten te klooien met maar 1 fles kopen. Nu kunnen we een bezoek aan Walmart weer wat langer uitstellen.
Ook vandaag lukt het niet om bij het uitrijden van Clarkston een benzinepomp te scoren. Nou ja die zien we dan verderop wel.
We rijden het eerste stuk nog langs de Snake River en de fluwelen bergen. Maar de scene verandert vrij snel. Want we komen in een stuk met giganische graanvelden op glooiende heuvels en dalen. Werkelijk geweldig om te zien, die gele graanvelden. Soms hebben ze zelfs in de bermstroken langs de weg nog graan staan. En het plaatje wordt helemaal compleet als er ook nog groepen bomen soms midden in dit gaan staan, met al hun eigen kleuren.
En het mooist wordt het als op een gele helling ongeveer halver wege een langgerekte slinger van die veelkleurige bomen en struiken de helling horizontaal versiert.
We komen daarbij door plaatsen als Pataha City (jawel: City), Pomeroy en Dodge. Niet echt grote steden, maar wel met heel grote graansilo’s. Het is wel duidelijk waar het hier om draait.
We blijven de 12 volgen, dus een eindje na Dodge gaan we linksaf naar Dayton. Dan verder naar Waitsburg. Daar rijden we langs het riviertje Touchet. Ook een Franse invloed op de naam van deze rivier? Toucher. Net als bij die indianenstam waar ik het gister over had: de Nee Mee Poo, uit te spreken als NiiMiiPo. Deze hebben namelijk van de Fransen de naam Nez Percé gekregen, oftewel Gepiercte Neus.
We rijden dan door een gebied waar blijkt, dat ze hier niet alleen graan verbouwen. Je ziet hier werkelijk van alles geteelt worden. Van aardappelen tot druiven en van – wat we denken dat het – perziken – zijn – tot mais. Je kunt het hier allemaal vinden op ook weer gigantische oppervlakten.
Bij Burbank gaan we een stuk de freeway op en passeren daar Pasco, Richland om bij Prosser een stop in te lassen, omdat daar een recreational area is. Daar zien we bovendien een Starbucks. Dus dat is weer een Caramel Machiato (koud en heet) voor ons.
Eerder op deze weg ziet Marja ineens een hoge berg in de verte met besneeuwde toppen. Dat moet wel Mount Rainier zijn schatten we in. Maar even later ontdekt Marja meer naar rechts nog zo’n berg. Is dat dan Mount Rainier? Maar hoe heet dan die andere berg. Een blik op de kaart geeft snel uitkomst: dat is Mount St. Helens. Ook deze is met sneeuw bedekt.
En als je ze zo ziet, lijkt het net alsof ze zomaar midden in de vlakte staan, allebei.
We vervolgen onze weg weer richting Yakima, waar we een plekje op de campground in Yakima Sportsman State Park hopen te bemachtigen. Als we vlak bij onze afrit zijn (34) zien we aan de overkant van de weg twee van onze favoriete eetgelegenheden. Outback en Dennies. Er is ook nog een IHop. Maar voor het ontbijt morgen wordt het wel Dennies.
We komen op de Campground te staan op een zonnige plek (dat wil zeggen geen bomen om voor schaduw te zorgen). En we maken een korte wandeling over een dijk langs een zeer sterk stromende rivier. Hoe kan het anders: de Yakima River.
Helaas zonder ook hier weer veel leven langs het water te zien. Een paar piepkleine vogeltjes aan de overkant van de rivier in een boom. Zo klein, dat ze met het blote oog bijna niet te zien zijn.
Als we terug zijn bij de camper stel ik voor om vandaag bij Outback te gaan dineren. Dus we koppelen electriciteit en water weer los, doen de slide-out naar binnen en rijden tegen vieren richting Outback. Daar genieten we van een heerlijke maaltijd, met steaks en lobster. Een toetje gaat er dan niet meer in.
En tegen zessen zijn we weer terug op de campground. Snel een bak koffie gezet en dan aan de slag met foto’s en verslag.
Vandaag een wat kort verslag, omdat we geen dronken dames of zo aan de camper hebben gehad en de rit, met een stuk snelweg, ook niet heel veel nieuws te bieden had.
Morgen misschien weer wat meer.