Vanochtend ben ik, wat deze reis vaker gebeurt dan in alle drie voorgaande reizen, weer eerder op dan Marja. Niet veel maar toch. Vandaag staat het Sonora Desert Museum, het Saguoia National Park en the San Xavier Mission op het programma.
Het Sonora Desert Museum is niet zo ver weg en voert ons weer langs een mooi en mooi smal weggetje die ons over een pas naar het Museum brengt. Dit is een museum (eigenijk een kleine dierentuin) met de dieren die hier in de omgeving voorkomen. Na een stukje uitleg door een paar senior-citizens, die of als vrijwilliger of als bijbaantje hier bezig zijn, gaan we het parkje in. Het is dan al aardig heet en we vrezen, dat net als in het “echt” we weinig van de dieren zullen zien, omdat die allemaal waarschijnlijk een koele plek hebben opgezocht. En die vrees komt uit. We zien nog wel een mountainlion voor apegapen achter glas liggen. En een paar javelina’s of javeline’s, die geen varken genoemd mogen worden, vangen we op onze camera’s liggend in de schaduw onder een brug.
Wat wel erg leuk is, is de hal met de kolibri’s. Dit zijn echt hele schattige beestjes, die - zoals van de week in Anza Borrego - af en toe gewoon een beetje voor je hangen om te zien wat je doet.
Bij de ingang hangt ook een bord met het verzoek geen plotselinge bewegingen te maken, omdat je dan misschien wel zo’n beestje van nog geen 10 cm groot, zou kunnen raken, wat een zekere dood voor dat beestje zou betekenen en dat wil je toch niet op je geweten hebben.
Een eindje verder (of misschien was het er wel voor) spreekt ineens een Amerikaan die ons met de camera’s ziet lopen ons aan en wijst ons een grote “bak” waarin hij een Tarantula heeft gezien. Hij wijst ons precies aan waar het beestje zit, zodat we daar foto’s van maken. Hij weet natuurlijk niet dat wij er zo een al een paar keer in het wild hebben gezien en gefotografeerd.
Verderop hoort een andere Amerikaan ons praten, herkent waarschijnlijk het Nederlands en roept: our friends are Dutch. Oke, leuk, aardig. Maar dan blijkt dat die vrienden er ook zijn en we raken met ze aan de praat. Blijken ook weer Nederlanders te zijn die ook op het Amerika-forum “zitten” en die vertellen ons, dat ze vijf jaar geleden (de man dan) met pensioen gegaan zijn en sindsdien elk jaar een half jaar met een eigen camper door Amerika trekken. Kijk daar kunnen wij nu jaloers op worden. Als het aan hun lag zouden ze veel langer willen blijven, maar ze vertellen dat ze in principe voor 10 jaar een visum hebben om Amerika in te komen en dat ze elke keer als ze aankomen bij de douane toestemming krijgen om een half jaar in Amerika te verblijven. Daarna moet je weer een half jaar buiten Amerika vertoeven, voordat je er weer in mag. Dit schijnt ook wel afhankelijk te zijn van de douane-beambte die je treft, want - zo vertellen ze - kennissen van hen hebben bijvoorbeeld toestemming gekregen om twee jaar achtereen in Amerika te blijven.
We vragen ons toch heel sterk af hoe je het voor elkaar krijgt al op je zestigste met de VUT te gaan (hij nog wel), een camper te kopen en dan elk jaar een half jaar in Amerika rond te tuffen. Ze vertelden er wel bij, dat het voor hen is als gewoon wonen daar. Ze doen geen echte vakantiedingen, zoals veel uit eten gaan en dergelijke, maar voeren in feite een gewoon huishouden. Pensioen e.d. worden ook gewoon op hun rekening gestort en daar doen ze het dan allemaal van. Overigens als ze hier in Nederland terug zijn, pakken ze de (kleinere) camper die ze hier hebben en trekken dan naar Portugal. Je verzint het toch niet he.
Iets om over na te denken, alleen denk ik dat we dan toch een aardig prijsje in de Staatsloterij of een aardige erfenis moeten krijgen. Want kennelijk hebben we het dan toch niet helemaal goed aangepakt. Neemt niet weg dat we het uitermate naar ons zin hebben in de tijd dat wij in Amerika zijn.
Inmiddels is het al zo laat geworden en ook zo heet, dat we besluiten het Seguoia National Park over te slaan en the Mission te gaan bezoeken. Dit is een plaats waar een kerkje staat (heel mooi wit) van waaruit lang geleden door een priester is getracht de plaatselijke bevolking te bekeren (als ik het goed begrepen heb tenminste).
We blijven daar niet echt lang, omdat het kerkje eigenlijk de enige bezienswaardigheid is.
Om te voorkomen, dat we nu eerst naar de campground rijden en daarna weer naar een restaurant moeten rijden (we hebben besloten weer een keer uit eten te gaan), gaan we nog een paar winkels bezoeken en dan gelijk door naar de Red Lobster.
Bij deze winkels zit ook een Best Buy en daar lopen we toch nog maar een keer binnen. Daar blijkt dat ze de Samsung Galaxy tablet (het kleine model) hebben staan en dat deze hier 50 dollar goedkoper is dan we eerder gezien hebben. En eindelijk besluit Marja dat ze deze toch wel graag wil hebben. Dus kopen we hem en Marja koopt er zelf nog een hoes bij.
Bij de Red Lobster krijgen we heerlijk eten voorgeschoteld en dat voor een prijs waarvoor je in Nederland in een vergelijkbaar restaurant (voor zover wij daar verstand van hebben) nog niet voor een persoon eten krijgt. En daar zit de fooi bij in.
We worden overigens allervriendelijkst geholpen door David (ze vertellen hier altijd wie je die avond bedient), die - zoals hij later vertelt - graag naar Denemarken wil om daar ..... engineer te worden. Hij heeft gehoord dat de mensen in Europa veel vriendelijker zijn dan Amerikanen. Nou we willen hem niet afschrikken, maar onze ervaring is toch wat anders. Maar we vertellen hem ook, dat hij dat gewoon ook zelf moet ervaren en misschien zijn Denen wel veel vriendelijker dan Nederlanders.
Als we daar zitten te eten zien we ook weer een mooie zonsondergang en Marja schiet tussen het hoofdgerecht en het dessert even naar buiten om te proberen dit ook weer vast te leggen. Ze overweegt daarbij zelfs even met de ladder achterop de camper een stukje naar boven te klimmen.
Als we weer teruggaan naar de campground is het al donker en moeten we met licht op rijden. Niet zo’n probleem, één stoplicht om over te steken en daarna zijn we al in het park. Wel donker daar. Als we onze loop in rijden zien we daar een knots van een haas lopen, met gigantische oren. Meestal hebben hazen dat, maar deze lijken wel erg groot.
We installeren ons weer op ons plekje en laten de deur nog even openstaan (wel met de hordeur dicht om te voorkomen, dat muggen zich weer aan ons bloed tegoed kunnen doen). En ineens horen we dan de hoge “stem” geluiden van een aantal (?) coyotes, die wel heel dicht bij lijken te zijn. En het lawaai komt uit de richting van waar wij die kolossale haas hebben gezien. Ze zullen hem toch niet ........?
Korte tijd later is de rust weergekeerd en zit Marja haar nieuwe apparaat te installeren en ik verder aan het verslag te werken als Marja iets hoort buiten. Ze loopt naar buiten met de zaklantaarn en ziet dan een nieuwe aanwinst voor onze collectie wilde dieren: een stinkdier. Jazeker een heuse skunk. Hij loopt rondom een boom een eindje verderop rond te struinen en besluit dan dat het tijd is om nog even richting een andere camper te waggelen, met zijn staart omhoog om vervolgens in het donker te verdwijnen. iets anders dan coyotes, maar toch weer een nieuw dier om aan ons lijstje toe te voegen.
Morgen gaan we uitslapen en mogelijk alleen even naar de Starbucks. Marja wil dan wat apps gaan downloaden op haar nieuwe Samsung en misschien dat we nog een paar boodschappen moeten doen. Inmiddels is het 9 uur in de avond. Een mooie tijd om een eind te maken aan het verslag van deze dag.