Elke ochtend een strakblauwe lucht en al vroeg weer warm. Zo ook de ochtend in Monument Valley. We willen de zonsopgang i n de Valley zelf bekijken en eventueel vastleggen. Maar dan moet je wel vroeg op. En deze keer zijn we eigenlijk een beetje te laat op. Maar misschien halen we het nog. De Bute’s staan nog niet in de zon en als we snel zijn met de camper rij-klaar maken….. Dus snel het vuilwater afgevoerd, het verswater bijgevuld en alle slangen opgeruimd, de slide-out in, alle luiken en luikjes dicht…. rijden maar. Maar dan zien we dat we te laat zijn. De zon is boven de Bute’s gestegen en dan heb je alleen nog maar tegenlicht. Dus dat gaat niet werken. Dus maar links af in plaats van recht door en een punt op de weg zoeken waar je de beroemdste foto van Monument Valley kunt proberen te evenaren. Op en stuk van een aantal mijlen stoppen we wel zes keer geloof ik. En uiteindelijk op de laatste hoogte voordat je de beroemde drie Bute’s uit het oog verliest hebben we denk ik de juiste plek gevonden. Dus maar weer een paar foto’s geschoten.
En dan gaat het richting Hite. Een oud mijnstadje, lazen we vandaag op een bord, genoemd naar de stichter ervan: meneer Hite. Eerst Goud en later uranium werd er gevonden. Maar toen Lake Powell ontstond door het bouwen van de stuwdam verdween het plaatsje helemaal onder water. De rit er naar toe ontlokt ons, eigenlijk net als elke dag, weer kreten van bewondering. En langzaamaan beginnen we ons af te vragen of Monument Valley nou echt zo bijzonder is. Want de omgeving van Hite doet er echt niet voor onder. En het gekke is dat de weg er naar toe een wel heel erg rustige weg is. Soms met weer de bekende vergezichten met piepkleine autotjes in de verte. Maar soms ook langs rotsformaties en canyons (het land in die omgeving is bijna alleen maar canyon lijkt het wel) die ook tot de verbeelding spreken. Zo rijden we een heel stuk langs White Canyon en stoppen ergens langs die Canyon om ook daar een paar foto’s van te maken. Een eind verder staat er ineens een bordje: Entrance to White Canyon. Maar dat bordje staat op een afstand van een paar meter vanaf de afslag. En zoals je altijd ziet zit er op zo’n moment een van de weinige weggebruikers achter je. Dus vol in de remmen is er dan niet bij.
Dus doorgereden door weer een geweldige omgeving naar de afslag Hite. Die missen we niet (staat al wat verder van te voren aangegeven) en bij het rangerstation vragen we aan de ranger waar de campground is. Hij wijst ons, zoals hij zei, de designated campground aan en een paar plekken langs het water van Lake Powell waar je vrij kan staan. Want dat kan in dit land ook op heel veel plekken.
Als we langs de “officiële” campground rijden zien we dat daar niemand staat en dat het ook niet aanlokkelijk is. Dus rijden we door naar de niet-aangewezen plekken. En dan zien we dat langs het water al een heleboel campers staan en dat er ook een “ramp” is waar ze hun boten te water laten. Na eerst op een plek te hebben gestaan die ons toch niet leek vinden we een mooie plek naast een paar mannen die kennelijk op een vistripje zijn, net als vele anderen daar. We installeren ons en Marja trekt haar bikini aan en gaat even het water in om lekker af te koelen. Intussen zijn de vissers vertrokken met hun boot.
We zien ook weer tegen de rotsen aan een aantal, wat waarschijnlijk Turkish vulptures zijn, rondzweven op de termiek. En af en toe daalt er eentje af naar de rand van het water om te drinken denk ik. Alleen zijn we niet snel genoeg met de camera om daar een foto van te maken.
Aan de overzijde van het meer zien we achter de bergen een paar buiten hangen, waarvan je kunt zien dat het er echt aardig regent. Een van de wolken blijft voortdurend op dezelfde plek hangen en regent daar kennelijk helemaal leeg. Want uiteindelijk is er nog maar een klein stukje over van deze wolk. Wat ons toch opvalt bij die wolken in Amerika: die dingen hangen hier bijna altijd vrijwel stil. Je ziet nooit eens, net als in Nederland, de wolken langs de lucht voorbijschieten. En het zijn vaak ook vooral los van elkaar “opererende” wolken en vrijwel nooit een gesloten wolkendek. Op zich wel rustgevend ook, die wolken die zo stil in de lucht hangen.
Tegen dat de zon ondergaat begin ik voorbereidingen voor de steak van de dag: een New-York steak. Zien er erg goed uit. Dit keer kan ik het geduld opbrengen om de kooltjes lang genoeg te laten doorgloeien dat ze heet genoeg zijn voor het vlees. En dit keer smaken de steaks ook uitstekend.
Op de restanten van de kooltjes, die nog lekker doorgloeien leggen we vervolgens weer een paar houtblokken (misschien is het wel “brandhout”?) en in not time hebben we een mooi kampvuurtje. We worden nog volleerde kampvuuraanleggers.
Dan komen ook onze buurmannen weer terug, met twaalf knotsen van vissen in hun leefnet. De man sjouwt zich een breuk. En dan begrijpen we ook wat al die koelboxen die ze hadden laten staan tot doel hadden. Eén ervan zit vol met ijsblokjes en die gooien ze in een andere koelbox en daar leggen ze vervolgens de vissen boven op om ze later te kunnen fileren. Want nadat ze dat gedaan hebben verdwijnen ze voor een tijd om pas een tijd later weer terug te komen om zich aan het fileren te wagen.
Nog een grappig verhaal van dat vissen. Op de dag zagen we regelmatig een hele school vissen uit het water springen, plonsen e.d. En als dat gebeurde zag je vervolgens al die vissersbootjes vol gas naar die plek varen om daar hun hengels uit te gooien. En dat gebeurde dus best wel een aantal keren. En elke keer er maar weer achter aan. Of ze daardoor ook meer gevangen hebben weet ik niet. Want onze buurmannen waren eigenlijk uit het zicht een heel eind verder aan het vissen.
Intussen is het al aardig donker geworden en komen we tot de ontdekking dat er honderden, misschien wel duizenden kleine mugjes (tja bij het water, wat wil je) rondvliegen, die het zelfs presteren door het horregaas in de camper naar binnen te komen. Dus ook binnen ziet het zwart van die p.kk.-beestjes. Alle ramen en deuren maar dicht om erger te voorkomen.
Als we dan weer buiten zitten en het buitenlicht hebben aangedaan, zodat de muggetjes zich daarop concentreren komen ook de vleermuizen weer tevoorschijn. Misschien wel een stuk of tien bij ons in de buurt. En die hebben een geweldig maaltje aan die muggen die door onze lichten worden aangetrokken. Af en toe scheren ze echt op nog geen halve meter langs ons heen in hun jacht op die muggen. En het enige wat je hoort is een soort frrrt, frrrt van die kleine vleugeltjes van ze.
Als Marja ‘later in de nacht niet kan slapen en even buiten zit komen ze zelfs nog dichter bij, Ook door het raam van de slaapkamer, dat nu wel open staat om een beetje frisse wind binnen te laten, hoor je het frrrrt, frrrrt van de vleermuizen.
De volgende dag zijn we weer te laat voor de zonsopgang over Lake Powell. Maar allah er komen er nog meer. Vandaag gaat de rit naar Green river State Park, waar we op de state park campground willen bivakkeren. Eerst rijden we om Lake Powell heen naar een viewpoint waar we kunnen kijken op de plek waar we gestaan hebben We zien daar dat onze buurmannen alweer voor een volgend vistochtje over het meer vertrokken zijn. Het uitzicht op de omgeving is hier geweldig.
Dit keer rijden we overigens over wegen die ons bekend zijn van het eerste jaar. Maar we hebben allebei zoiets dat we daar toch maar verrekte weinig van herkennen. Bij het Hole-in-the-rock winkeltje op de kruising waar we twee jaar geleden ook getankt hebben, tanken we nu bij een van de drie of vier tankstations op dit kruispunt (hoezo concurrentie?) waarvan wij denken dat dat toch vrij nieuw moet zijn. Maar als ik dat aan de dame achter de kassa vraag blijkt het station er toch al zo’n vijfiten jaar te staan. Ff gemist twee jaar geleden.
Verder richting Green River. Dit keer ook over een stukje Highway (of was het nu Freeway), affijn over de grote weg en dan de afslag Green River. Om bij het statepark te komen moeten we ons eerst nog de weg rondom wegwerkzaamheden zoeken. Maar dan zijn we bij het park. Het lijkt omsloten te worden door een golfbaan. Afgezien daarvan lijkt hier niet zoveel te doen en ook het plaatsje zelf maakt een wat verloren indruk. Als we dan besluiten door te rijden naar Dead Horse state park, zien we ook de Koa-campground nog liggen, dat als alternatief had kunnen dienen. Maar dat zag er al helemaal niet uit.
Maar als we na een uur bij Dead Horse aankomen staat er een bordje: campground full. Oke, dan door naar Canyonlands en kijken of er daar nog plek is op de campgrounds in dat park. Maar helaas de ranger daar zegt dat deze ook vol zijn. Er is hier nog één mogelijkheid en dat is Horsethief campground, waar we op de heenweg richting Canyonlands langsgereden waren. Dus terug richting Horsethief. En die is nog praktisch leeg. Daar kunnen we rustig ons plekje uitzoeken en ons installeren. Het lijkt overigens of die kl..te muggetjes met ons meegereden zijn, want hier vliegen er ook een flink aantal rond. En een paar opdringerige wespen. Maar die verdwijnen straks wel als de zon ondergaat.
We verwachten trouwens ook dat het vanavond wel aardig zal afkoelen, omdat we hier toch een flink stuk hoger staan en op vrij open grond. Dit keer geen bergen om ons heen, maar helemaal open. Maar de warmte van de dag zit nu nog opgeslagen in de camper, dus dat zal ook nog wel meevallen. Misschien vinden we het zelfs wel een beetje lekker, s wat minder warm.
Vanavond geen steak, we gaan even iets anders proberen. Hoe dat uitpakt en hoe de avond en nacht hier bevalt: dat is weer voor morgen