Er staat een aardige bries om half zes vanochtend. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de ballonnen al snel zullen gaan vliegen. Later horen we dat pas om even over half negen de green flag werd gegeven. Het is dus goed, dat we besluiten niet meer naar het fiesta te gaan. Dan zou je daar vanaf een uur of zes 2,5uur hebben staan wachten op dat open veld. Waarschijnlijk vernikkelend van de kou. Nee, het is beter als we gewoon op ons gemak de boel opruimen en ontkoppelen en onze reis vervolgen. Vandaag richting Abiquiu. Een camping waar we een paar jaar geleden ook zeer naar ons zin hebben gestaan. Aan een stuwmeer en lekker rustig.
We rijden de hele dag over scenic routes en dat is goed te zien. We zijn Albuquerque nog niet uit of we krijgen al weer fraaie omgevingen te zien. Dit keer niet die hele verre uitzichten, maar een variatie aan rotsen en rotskleuren. Van grijs/beige, rood naar beboste rotsen.
De wolken die we vanochtend nog ten zuiden van Albuquerque zagen hangen trekken langzaam met ons mee. Als een dekbed, dat je langzaam over het land uittrekt lijkt het wel. Geen loshangende wolken, maar een aaneengesloten wolkendek breidt zich steeds verder uit.
Lange tijd rijden we dan ook in de schaduw van deze wolken, tot we eindelijk de wolken een beetje voorblijven en lekker in het zonnetje rijden. We rijden overigens soms wel op 2400 meter. En dat is te merken als we een paar keer even stoppen om de benen te strekken en voor Marja om wat foto’s van de omgeving te maken. We zien ook een aantal keren schitterende herfskleuren. Niet zoveel als misschien gehoopt, maar toch erg mooi.
Bij een van de stops, op een plek waar we een aantal prairedogs langs de kant van de weg zien, hebben we zelfs de stoeltjes even buitengezet, zodat we lekker in het zonnetje die grappige beestjes kunnen bekijken en fotograferen. Als ik even in de camper ben en naar buiten kijk, zie ik ineens een zwart-wit hondje (cattledog volgens Marja) richting camper en Marja lopen. Het beestje laat zien, met oortjes plat in de nek en een schuddend kontje, dat het wil spelen. Ik open de deur en zeg tegen Marja: kijk eens links van je. Eerst kijkt Marja de kat even uit de boom, maar als ze laat merken dat zij mag komen spirt zij naar haar toe en begint enthousiast tegen haar op te springen en klimt op haar schoot en legt zijn kopje in haar nek. En als ik dan naar buiten kom wil zij bijna over Marja’s schouder naar mij toe klimmen.
Ik ga er naast zitten en het beestje blijft om ons heendraaien. Behalve als er auto’s langsrijden, dan schiet hij weg en rent achter die auto’s (zelfs een keer een vrachtwagen) aan. We zijn bang dat zij geraakt zal worden. Ik besluit dan ook naar de huizen iets verderop te lopen en te kijken of zij daar thuishoort. Het beestje loopt gehoorzaam met me mee naar beneden en verdwijnt dan zonder morren om de hoek van een huis. Een man komt aan de deur en ik leg hem uit van het achterna zitten van de auto’s en hij bedankt me.
We zitten nog even over het veld waar we op uitkijken naar de prairiedogs te turen als we het zelfde hondje ook dat veld in zien lopen. Marja maakt een foto van haar en zij spitst, ondanks de afstand, onmiddellijk de oren. Als Marja nog een foto van haar maakt kijkt zij weer op en besluit dan weer vrolijk naar ons toe te rennen, zodat we opnieuw met het aanhankelijke beestje zitten.
We besluiten daarom maar verder te gaan, omdat we er niet voor verantwoordelijk willen zijn dat haar wat overkomt, zolang wij daar zitten. Marja loopt nog even met haar mee naar beneden, waar zij weer gedwee meeloopt.
En na nog een mooie rit, komen we bij de campground aan. In eerste instantie vragen we ons af of we de goeie campground hebben, maar al snel herkennen we hem. Marja weet zelfs nog waar we in 2010 hebben gestaan. Het lijkt er vol en we hopen dat er nog een plekje is. Dus we rijden snel naar de camphost. Een wat oudere man met een geweldige baard: Hi there, roept hij als we uitstappen. En we leggen uit wat we willen. En we komen op een van de mooiere plekken te staan met een schitterend uitzicht over het meer. Voor 12 dollar, wat een geld, staan we hier een nacht. En mogelijk verlengen we dat nog met een nacht. Voor 12 dollar kun je dat niet laten.
Marja geeft de man en de ranger die bij hem is een sleutelhanger met een klompje er aan. Ik leg uit, dat we nou juist van het beeld afwillen, dat we in Nederland nog allemaal op wooden shoes lopen. Als we op onze plek staan, nadat we eerst het toilet langdurig hebben doorgespoeld omdat we af en toe een vreselijke lucht in de camper hebben hangen, gaat Marja eerst wat experimenteren met haar camera en filters en lange sluitertijden. Ik veeg intussen de camper weer eens aan, zodat we niet meer met onze blote voeten op steentjes gaan staan.
Inmiddels staan we al weer een tijdje en ben ik alvast met het verslag van vandaag begonnen. Voor vandaag zal er niet zoveel meer gebeuren schat ik in, terwijl ik op de achtergrond weer eens het vertrouwde geluid van de krassende kraai hoor. Heerlijk, want dat ik dat kan horen betekent ook dat het hier lekker stil is.
Hopenlijk blijft het voorspelde onweer uit. We denken dat het hier met onweer, zeker ook vanwege de rust en stilte hier, er flink aan toe kan gaan. Maar dat is afwachten, met de wolken die intussen zich rondom de bergen om ons heen hebben verspreid. Donkere luchten aan alle kanten.