De teller staat vanochtend op ongeveer 50 miles als we vanochtend wegrijden van de campground: De KOA bij Port Angeles.
Vandaag willen we naar het Dosewallips Statepark. Ik weet niet waar de naam vandaan komt, maar het zal wel iets met Indianen te maken hebben.
Als we daarvoor iets anders zien, dat ons aanstaat kunnen we ook daar nog staan.
Dat we zo naar de situatie kijken heeft te maken met het feit dat we nog twee nachten een campground moeten zien te regelen, voordat we naar Dashpoint State Park verhuizen. Onze laatste campground van deze vakantie.
Zonder de bedoeling te hebben daar de campground te gaan bezetten slaan we na een mijl of zes al af. Reden: een bordje met daarop de tekst Wildlife viewpoint. En omdat het met het wildlife deze vakantie niet altijd even uitbundig is geweest, willen we hier wel even tijd aan besteden. Als we aankomen bij het Dungeness Wildlife refuge, zien we dat daar ook een campground is. En met onze keuze van vanochtend willen we deze ook checken. Als we de ingang bereiken, zien we daar drie herten rondsnuffelen. Dat is in ieder geval een goed begin. We like that.
We rijden verder naar het begin van het refuge, waar grote informatieborden staan. Daarop is aangegeven wat je hier allemaal wel niet kan aantreffen. Bijvoorbeeld Bald Eagles. En toen hadden we eigenlijk al achterdochtig moeten worden. Maar dat werden we niet.
Dus na een kort gesprek met een mevrouw van de refuge en het verkrijgen van een permit, rijden we terug naar de campground om daar een plek uit te zoeken. We vinden er een, die op nog geen honderd meter van een uitzichtpunt over de oceaan/baai ligt.
Dat gaan we regelen. $ 25,— in een envelopje in een bus en klaar zijn we.
Dan gaan we een trail lopen door de refuge. Een mooi geplaveid pad leidt ons door het bos naar een redelijk steile afdaling bij het strand.
Daar struinen we wat rond op zoek naar bijvoorbeeld de rivier-otters die hier zouden moeten zitten. Maar de mevrouw van de refuge heeft ons al gewaarschuwd, dat dit schuwe beestjes zijn. En het is weer zaterdag, dus dan is het meestal een stuk drukker. Die otters zullen we dus wel niet te zien krijgen.
Maar vervolgens bekruipt ons eigenlijk een beetje een bijzonder gevoel. Wat namelijk opvalt is, dat er behalve een paar meeuwen (en wanneer zie je maar een paar meeuwen bij elkaar?) en wat Aalscholvers verder geen dier te bekennen valt. Ook bijvoorbeeld geen zeehonden, die je hier echt wel verwacht. Niet dus.
Op de terugweg door het bos pakken we nu de primitive trail. Misschien dat we daar wel wat zien. En dat doen we ook: paddestoelen. Veel paddestoelen, in veel vormen en kleuren. Dus dan daar maar foto’s van gemaakt.
En, oh ja, we zien ook nog een paar piep-kleine vogeltjes. Nauwelijks te zien in de schaduwen van het bos.
Hebben we eerst gedacht, dat we hier misschien wel twee nachten willen blijven staan. Nu twijfelen we of we hier überhaupt willen overnachten.
En na kort beraad besluiten we door te rijden. Jammer van die $ 25,—. Maar misschien is het dat waard.
Rijden maar weer dan. Dan maar naar het Dosewallips State Park, ons oorspronkelijke doel, waar volgens de reviews ook Elks moeten rondlopen.
Onderweg zijn er een aantal schitterende stukken natuur, met werkelijk heel mooie herfstkleuren. Daarbij trekken met name de bomen met de vuurrode bladeren de aandacht. Werkelijk schitterend.
Ook nu is de weg bij tijd en wijle weer aardig bochtig en word je als langzaam verkeer ook weer genoodzaakt regelmatig gebruik te maken van de turn-outs om sneller verkeer voorbij te laten.
Als je er 5 achter je hebt hangen is het zelfs illegaal om dat niet te doen.
Bij Dosewallips aangekomen kijken we al met enige ongerustheid naar wat er allemaal al op deze campground staat. Druk, maar ja het is weer weekend.
Bij de registratie vraagt de jonge dame ons of we geinteresseerd zijn in een full-hook-up. Ik reageer met: als je zo’n plek nog vrij hebt, dan graag. Nou die hebben ze dus niet meer vrij. We lachen wel, maar niet vol overgave.
Dan geeft ze ons een paar opties, bij de tent-sites. Die gaan we bekijken. Er is er een, waar de ingang van wordt gevormd door zeer laag hangende takken. Dat gaan we niet redden met onze RV.
En de andere plekken waar we nog zouden kunnen staan, liggen in een rondje dat al bijna vol staat en waar een aantal kinderen al op fietsjes e.d. heen en weer crossen. En geen Elk te zien!
Liever niet. Onverrichter zake vertrekken we weer van deze campground. Op weg naar de volgende.
We komen langs deze weg nog diverse campgrounds tegen. Een RV-park, dat duidelijk weer bezet wordt door permanente bewoners. Meestal in wat meer bouwvallige campers. Daar voelen we ons niet op ons gemak.
Ook rijden we nog langs een Resort. Ziet er ook niet erg aantrekkelijk uit. Bovendien heeft dit geen uitzicht op het water.
Uiteindelijk liggen er nog twee opties voor ons. Nog een statepark, die het verst weg ligt. En het RV-park Waterfront Potlatch. Als we de laatste zien besluiten we direct maar even te gaan informeren of er nog plek is. Er zijn nog een paar plekken vrij. En we besluiten te kiezen voor site nummer 6. Onze buurman op de campground grapt nog, dat dat niet kan omdat zijn pick-up daar nu staat en dat we met onze camper niet binnen deze plek passen.
Maar daar staan we nu. En al vrij snel ziet Marja het koppetje van een zeehond boven water verschijnen. Kijk dat is al beter. Later blijken er zelfs een stuk of drie te zitten.
Intussen ben ik even op onderzoek uitgegaan naar de restrooms. Blijken gewoon twee volledige badkamers te zijn, met zelfs een ligbad, en handdoeken van het park. Daar gaan we zeker gebruik van maken.
Als ik vervolgens mijn account van de credit-card check, zie ik dat er tweemaal een bedrag voor deze campground gereserveerd staat. Waarschijnlijk een gevolg van het niet functioneren van een van de registratie-systemen van de campground. Daardoor moest de mevrouw achter de balie teruggrijpen op het oude systeem.
Maar inmiddels hebben we ook zoiets van: laten we hier nog maar een nacht aan vastplakken. Dus dat het twee keer gereserveerd staat is dan ook geen probleem. Dus dat ga ik de mevrouw even vertellen en dan is ook dat weer geregeld.
Als we dan met onze buurman nog hebben genoten van de aanblik van een hele vlucht gieren is het tijd voor een hapje eten: Chili uit blik. Lekker pittig.
En dan het verslag nog even schrijven. Morgen is er waarschijnlijk niet veel te vertellen, behalve misschien over de regen die verwacht wordt. Maar dat is voor morgen.