Lees Ferry en de dans van de vleermuisjes

Grand Canyon North Rim ligt achter ons. Nadat we onze watertank hebben bijgevuld en het vuile water hebben gedumpt, rijden we om ongeveer kwart over zeven van de campground weg. Op weg naar weer een geweldige dag. De lucht is al weer strak blauw en het lijkt of er wat rijp op de velden langs de weg ligt. Maar dat weten we niet zeker. We moeten eerst een eind terug rijden (40 mijl ongeveer) naar Jacob Lake. Geen probleem want de omgeving is weer een plaatje. Alleen zou je in een omgeving als deze toch wat meer wild-life verwachten. En afgezien van een bord dat ons belooft dat we bisons zullen zien, komen we binnen het Grand Canyon Park niets tegen. Pas daarbuiten zien we een paar verdwaalde herten. Tot we ineens op een hele kudde stuiten. Gelukkig is het nog vroeg en dus nog erg rustig op de weg, dus ik kan makkelijk stoppen aan de kant, zodat Marja de gelegenheid krijgt een flink aantal foto’s te maken.

Verder op weg naar Lees Ferry. Een plek aan het eind van de wereld of misschien beter gezegd een onaardse plek. Nadat we bij Jacob Lake de benzinetank weer hebben gevuld dalen we eerst af naar 1500 meter en genieten we van het zicht op de schitterende Vermillion Cliffs en van het uitzicht over het dal, waar je de weg die we moeten rijden al mijlenver kunt volgen.

En dan komen we bij wegwerkzaamheden. Het is ons toch wel een beetje een raadsel hoe ze daar te werk gaan. Je komt namelijk bij een mannetje bij een stop-bord. Dat betekent dus dat je daar moet stoppen. En dan moet je wachten tot het verkeer van de andere kant over één helft van de weg is doorgekomen. Dat duurt dan toch gauw een kwartier. En dan zijn wij aan de beurt. En dan kom je pas na ongeveer 2,5 mijl bij de werkelijke werkzaamheden aan de weg (asfalteren). Je vraagt je dan toch echt af waarom dat stopbord al 2,5 mijl eerder wordt geplaatst. Dat zou toch wel wat dichterbij kunnen. Maar goed als we er voorbij zijn komen we al aardig in de buurt van onze eindbestemming van vandaag: Lees Ferry. En ik moet het Marja toegeven, ze weet wel verschrikkelijk mooie plekken te vinden. 

We moeten eerst naar de Campground, omdat het hier first-come-first-serve is. Ook de weg naar de camping is weer erg indrukwekkend, zoals eigenlijk de hele route je af en toe in stille bewondering om je heen doet kijken. 

Op de campground aangekomen zoeken we een mooie plek. Bij sommige zitten er tags op een paaltje bij de plek, wat betekent dat ze bezet zijn. Tenminste dat denken we. Wat we vergeten is naar de datum op die tags te kijken. Als we dan op een plek staan die ook wel mooi is, komt er een ranger het terrein op en die begint bij een aantal plaatsen die tags te verwijderen. Hij ziet ons staan en heeft kennelijk in de gaten dat we een vraag hebben. Want hij stapt uit en loopt naar ons toe: do you have a question, roept hij ons toe. Wij hem uitleggen van die andere plekken etc., waarop hij aangeeft dat het geen enkel probleem is onze tag op die andere plek op te hangen en daar te gaan staan. We maken nog een praatje met hem en hij vertelt ons bijvoorbeeld dat als je nou echt wild-life wil zien je naar Alaska moet gaan. Nou dat staat ook nog wel op de agenda om dat een keer te doen.

Als we gesetteld zijn lopen we eerst even naar beneden, naar de Colorado-rivier die hier op een paar honderd meter van de campground stroomt. We zien ook een aantal rafters van start gaan voor tochten van wel 280 mijl en die drie weken duren. Maar dan moet je wel een beetje kunnen raften, want ze komen dan aardige stroomversnellingen tegen. Als we klaar zijn met pootjebaden in de Colorado-rivier gaan we een tijdlang lekker bij de camper in de schaduw zitten, want het is inmiddels aardig heet geworden met zo’n 32 graden. We lezen allebei wat in onze E-reader. De mijne liep overigens gister vast, dus moest ik iets heel kleins vinden om hem te kunnen resetten. Dat lukte uiteindelijk, maar op dezelfde bladzijde in het boek dat ik aan het lezen was liep ie weer vast. Dus toen heb ik dat boek maar van mijn reader verwijderd en ben ik in een ander boek begonnen.

Tegen het eind van de middag maken we nog een klein ritje en een kleine wandeling naar de Lonely Dell Ranch. Het zou zo maar een decor voor een western kunnen zijn. Je ziet je zelf zo op een paard door dat decor rijden. Hebben we toch ook weer wat lichaamsbeweging gehad vandaag.

Terug bij de campground weer in de schaduw, want het is nog steeds erg warm en de verkoeling van de avond afwachten. Als het gaat schemeren zien we ineens een flink aantal kleine vleermuisjes door de lucht scheren. Het is moeilijk deze beestjes goed te volgen, want het lijkt af en toe wel of ze midden in de vlucht 180 graden kunnen draaien en de andere kant uitvliegen. Ze zijn in ieder geval erg wendbaar.


Voor het eten besluiten we deze keer geen steak te eten, maar een pizzatje op te warmen in de oven. Eerst even voorverwarmen en dan de pizza erin. Zitten we rustig buiten gaat ineens het brandalarm in de camper af. Dus snel naar binnen gerend,, maar er is niets aan de hand. Marja dacht nog even dat ik het rubbermatje, dat we tussen de ovendeur hebben geklemd om het rammelen tijdens het rijden te voorkomen, was vergeten weg te halen. Maar dat is gelukkig niet zo. Het brandalarm is gewoon nogal gevoelig afgesteld hebben ze ons vorig jaar ook al verteld. Dus veder niets aan de hand.

Op deze plek is verder geen enkele verlichting, dus het is al snel aardedonker. En hadden we in Zion al een geweldige sterrenhemel gezien. Hier is nog midner verlichting dus hier zien we mogelijk nog meer sterren. Als je dat tenminste kunt zeggen bij zoveel sterren. Je voelt je dan erg klein, dat kan ik je wel vertellen.

Marja zet inmiddels de foto’s op de computer en ik schrijf vervolgens nog dit verhaaltje en dan kruipen we weer lekker in bed. Het is uiteindelijk toch al weer een lange en warme dag geweest.

Morgen nog een dag Lees Ferry dus daar horen jullie morgen meer van.

© MarenKo 2013