Black Canyon of the Gunnison

WOLKEN: Als we vanochtend opstaan is het bewolkt. Echt bewolkt. Niet van die witte wolken in een verder blauwe lucht, maar echte grijze wolken. Hoe bestaat het? Dat is ons in al die dagen in Amerika (en dat zijn er nog geen 50 denk ik) nog niet eerder overkomen. Maarr de temperatuur is nog steeds behoorlijk dus we maken ons geen zorgen. Vandaag gaan we op berenjacht en dan is het misschien wel goed als het niet zo warm is.

Black Canyon of the Gunnison

Op weg naar Black Canyon of the Gunnison. Een waarschijnlijk bij het grote publiek wat minder bekende canyon en dat is dan absoluut onterecht. Oké het is geen Grand Canyon, maar dat is ook een uniek geval natuurlijk. Maar deze canyon heeft iets ruigs, maar aan de andere kant ook een bepaalde soort eenvoud over zich. Hij is overzichtelijk. Bij de Grand Canyon weet je eigenlijk niet goed waar je moet kijken, zo uitgestrekt, zo vertakt als deze is. Deze Black Canyon bestaat in feite maar uit één diepe kloof, waarin je op de bodem heel duidelijk de eigenlijke ontwerper van deze canyon ziet stromen: de Gunnison-rivier. Maar het is wel een kloof van toch ook een overweldigende schoonheid. Dat klinkt misschien wat overtrokken, maar het is wel zo.

Campground

Eerst gaan we naar de campground om een plekje te zoeken. Deze campground heeft een naam die ook al uitblinkt in eenvoud: de South-Rim campground. Het is een campground en hij ligt op de zuidelijke “rand” van de Canyon. Hoe simpel wil je het hebben.

We vinden weer een schitterende plek, opnieuw met een geweldig uitzicht (zal ook later blijken). Ik ga naar de plek om te registreren en deze keer neem ik een papiertje mee waarop ik het kentekennummer van de RV heb opgeschreven. Kan ik dat tenminste op het envelopje schrijven.

Rim-road

Als ik weer terug ben stappen we in onze camper en rijden opnieuw een Rim-Road. We besluiten eerst helemaal tot het eind te rijden. Dit heet High-point, logisch want het is het hoogste punt van deze route (2523 m). Overigens ligt de camping zelfs nog iets hoger, namelijk op 2536 m, dus die hadden ze eigenlijk Highpoint campground kunnen noemen. En wat ik zo bijzonder vind aan al die hoogtes is dat je je niet altijd realiseert dat je op grote hoogte bent (alleen als je gaat lopen en begint te hijgen). Maar zo lag de camping waar we vanochtend vertrokken bijvoorbeeld al op 1800 meter, terwijl je midden in een dal tussen bergen op een gigantische open vlakte staat. Oke het is niet helemaal vlak, maar er liggen ook geen bergen. Het lijkt wel alsof je hier altijd op hoogte bent. Oke misschien niet als je op het strand langs de Stille Oceaan loopt. Alhoewel je het idee zou kunnen krijgen dat zelfs dat strand hoger ligt dan het strand langs onze Noordzee.

High point

Terug naar High-point. Onderweg daarnaar toe krijgen we waarempel ons eerste buitje regen. Maar als dit weer over is lopen we een stukje van de trail die daar begint. 1325 yards zou deze zijn. Wij denken: maar die moet je ook weer terug. Dus halverwege besluiten we weer terug te gaan. Blijkt later dat het 1325 yards heen en terug is. Nou ja geen probleem, er komen nog heel wat yards bij.

Zo rijden we van viewpoint naar viewpoint, met af en toe echt geweldige namen. Zoals Chasm-point of Devils Lookout. En bij vrijwel allemaal moet je een paar honderd yard lopen om bij het viewpoint te komen. Zo komen we wel aan onze metertjes.

En ja hoor, juist bij het viewpoint met het grootste aantal yards begint het te regenen als we op het verste puntje staan. Niet wetende hoe hard het gaat regenen beginnen we in een sukkeldrafje terug te “rennen” naar de camper. Onder veel gesteun en gehijg roepen we tegen elkaar dat het wel weer droog zal zijn als we weer bij de camper terug zijn. En dat scheelt ook maar heel weinig. En daarvoor staan we daar een paar minuten na te hijgen als een paar oude trekpaarden: we moeten toch eens wat aan die conditie gaan doen.

Schoolbus

Na de viewpoints te hebben “afgewerkt” gaan we terug naar de camping en spreken af rond een uur of half vijf nog “even” (1½ uur) een trail vanaf de camping te lopen. In de tussentijd is Marja bezig met de foto’s van vandaag (zo maar weer een stuk of 85) en lees ik verder in mijn boek. Rond een uur of 4, kwart over 4 wordt (denken we) onze hoop om beren te zien de grond in geboord. Want dan meldt zich een Schoolbus vol met joelende en schreeuwende kinderen. We vrezen, dat als die op de camping blijven de beren zich wel zullen bedenken voordat ze zich bij zulke luidruchtige wezens in de buurt wagen. Maar, gelukkig na enige tijd vertrekt de Schoolbus weer, mèt de joelende kinderen.

Donder en bliksem

Dan duikt de volgende “tegenvaller” op in de vorm van donderwolken en blikmsemflitsen in de verte. Die kunnen we goed zien door het goede uitzicht dat we hebben. We proberen nog met onze camera’s trucjes uit te halen om de bliksem te vatten, wat uiteraard niet lukt. Als de bui al bijna voorbij is bedenkt Marja ineens dat ze misschien de video-camera wel had kunnen gebruiken. Maar dan is het al te laat: geen bliksem meer te zien.

Herten

In de tussentijd zijn er ook nog drie campers in onze buurt komen staan, waarin drie Nederlandse stellen blijken te zitten.

Tegen de tijd dat de bui voorbij is getrokken is het inmiddels ook te laat om die trail nog helemaal te lopen. Dus besluiten we in ieder geval nog een stukje daarvan te lopen. En we zijn de campground nog niet af of: ja hoor daar zijn ze weer, de onafscheidelijke herten bij de campground. Deze staan rustig langs de weg die langs de camping loopt te grazen, ondanks dat er vlakbij een hoop geschreeuw is van een aantal kinderen (ja, dezelfde van die Schoolbus). En ook wij kunnen weer heel dicht bij komen om een paar foto’s te maken.

Als we verder lopen zien we nog meer herten. Beren zien we niet, zelfs niet in de verte. Maar dat komt misschien ook, omdat Marja en ik onbewust (of bewust?) wat harder met elkaar praten. Daar schijnen die beren niet van te houden en dan gaan ze je uit de weg. Tja, wat wil je dan? Dan zul je ook geen beren zien.

Onderweg komen we de Nederlandse stellen tegen. Met één van die stellen blijven we even staan praten en ervaringen uitwisselen, wat altijd leuk is om te doen.

Tips uitwisselen

Als we weer terug zijn op de campground komt één van hen nog even langs om te vragen of het Colorado National Monument echt zo de moeite waard is als wij hebben aangegeven. Met wat foto’s en onze enthousiaste verhalen overtuigen wij hem ervan, dat het zeker de moeite is om een stukje in de reis ingecalculeerde ruimte te benutten om dit park te bezoeken. Wij hebben er in ieder geval van genoten.

Volgend jaar weer

Daarna houdt Marja zich nog even bezig met de route voor volgend jaar. …. Oh had ik dat nog niet gezegd: we denken erover om volgend jaar weer te gaan. We hebben goede hoop dat we genoeg geld hebben om voor eind oktober alvast weer de camper te kunnen boeken. Dus dat is ook al wel weer spannend.

Wat ook spannend is, is of de reden waarom wij deze extra dag in dit park hebben genomen ons brengt waar we op hadden gehoopt: beren, al is het er maar één. Ik ben bang dat het vergeefse moeite was. Maar ach, ooit zullen we er wel eens een keer eentje zien.

En terwijl ik dit zit te schrijven hoor ik buiten het gehuil van coyotes of zijn het die joelende kinderen die dat nadoen? Ik zal het waarschijnlijk nooit weten.

Maar het is inmiddels al weer half tien, dus tijd voor bed. Marja ligt al en ik kruip er ook maar weer bij.

© MarenKo 2013