Van Moraine park naar Grand Lake

Vanochtend al weer om 6  uur op (moet geen gewoonte worden). Natuurlijk is Marja ook vandaag eerder op. Ze is ook vannacht twee keer op geweest en heeft toen ook nog even buiten gezeten. Ze vertelt dat je de mannetjes-Elks eigenlijk voortdurend hun bronstkreten laten horen en dat je ze eigenlijk door de hele vallei heen hoort. Ze vindt het nog steeds jammer dat ze geen mannetje gezien heeft.

Elk kudde

We ontbijten daarom gelijk en gaan weer vroeg op pad. De beste kans om toch nog een mannetjes-Elk te spotten. En dit keer loont het. Want als we links af het dal uit rijden zien we een man met een camera in de aanslag. En ja hoor daar zien we een mannetje, nee zelfs twee mannetjes. En als we onze ogen nog eens goed uitwrijven zien we verderop zelfs een hele kudde (misschien wel twintig) met nog een mannetje. Dus camper aan de kant, camera’s mee en schieten maar.

Op een bepaald moment komt het mannetje bij de kudde ineens in beweging. In gestrekte draf komt hij min of meer onze kant uit. De man met de camera en wij beginnen toch maar een beetje zenuwachtig achter uit te schuifelen, bang dat hij het op ons voorzien heeft omdat we te dicht bij zijn kudde komen. Maar dan blijkt, pfff gelukkig, dat hij het heeft voorzien op een van die andere mannetjes. Met de bekende luidde kreten jaagt hij dit mannetje het bos in. Rust weergekeerd. Het andere mannetje geeft overigens niet de indruk aspiraties te hebben de kudde over te nemen, want hij laat zich jammer genoeg nogal makkelijk verjagen. We hadden wel zo’n tweestrijd willen zien en filmen.

Motor pech

Voor de top (een heel eind nog) stoppen we bij Manny Parks Curve. Een geweldig viewpoint. Op de parkeerplaats treffen we daar een motorrijder aan die ons vraagt of onze cell-phone hier misschien wel bereik heeft. Hij heeft nl. toen hij zijn motor wilde “parkeren” zijn motor laten vallen. Daarbij is zijn achter-rem-pedaal afgebroken en om alleen met zijn voorrem af te dalen vindt hij toch wat eng. Gelukkig horen we later van hem, nadat we hem een kopje koffie hebben aangeboden, dat de Trippel-A hem hopelijk nog voor de middag (het is acht uur als hij ons dat vertelt) komen oppikken om hem naar een BMW-dealer te brengen die 25 mile verderop zit. En misschien dat hij dan in twee dagen weer op pad is. En hij heeft nog wat voor de boeg, want hij moet nog helemaal naar Washington-DC. Een rit van een dag of 4 verwacht hij.

Dit is overigens al de tweede motorrijder waarvan we meekrijgen dat ze onderuit gegaan zijn. Gister ook al een op de weg langs de Elk-vallei.

Trail ridge road

Na dit enerverende intermezzo nog voor zeven uur snel weer de camper in, want het is toch wel koud (tegen het vriespunt waarschijnlijk) en verder op weg naar The top of the World (voor vandaag in ieder geval).

The Trail Ridge Road “doen” we vandaag. Een weg die met zijn hoogste punt op 3713 meter ligt. Wat een hoogte en wat een uitzichten en vergezichten heb je dan. Onderweg naar de top merken we trouwens wat de Pine-trea-beetle hier allemaal aanricht. Overal waar je kijkt zie je uitgestrekte bossen van grijze bomen. Zo dood als een pier. Vreselijk gewoon weg. Dat neemt niet weg dat het een geweldig gezicht blijft om tussen die groene/grijze bomen ook al weer hele stukken met die geweldige herfstkleuren te zien.

Affijn verder op weg naar de hoogste punt. En eigenlijk zijn we die een beetje ongemerkt voorbij gereden. We merken het pas als we iets verderop en lager het gesloten Visitors-centre “bezoeken” (#@$&).

Onderweg worden we opgehouden door wegwerkzaamheden, waarbij we een beetje medelijden krijgen met die wegwerkers die met een bordje STOP het verkeer moeten tegenhouden. Nou is daar niets mis mee, maar als je dat op 3000 meter of hoger moet doen, waar het altijd (hard) waait lijkt ons dat toch geen pretje.

Op zoek naar een campground

Het doel vandaag is Timber Creek campground. Als we daar om een uur of elf aankomen doen we een rondje over de campground en besluiten door te rijden. Het ziet er een beetje kaal en verlaten uit. Lijkt ons niet gezellig. Het alternatief: Elk Creek campground opgezocht. Ook daar staan we te twijfelen. Op zich ziet dit er wat “beter” uit, maar je kunt niet goed overzien hoe je komt te staan. Dus besluiten we ook hier weer verder te rijden naar een campground die ongeveer 46mile verderop ligt bij Kremmling (huh dat staat toch in Moskou met enige fantasie). En misschien zien we onderweg nog wel een statepark met een camping. En ja hoor, een half uur later staan we op Stillwater campground aan het Grand Lake. The room with a view van ons laatste hotel vorig jaar is er niets bij. 360 graden geweldig uitzicht: voor en links naast ons een groot meer (vandaar Grand Lake), overal om ons heen bergen met herfstkleuren, en rechts van ons o.a. een gigantische ranch. In één woord geweldig.

Straks onze steak van gister opeten, die nu wel ontdooid is. En dan lekker genieten van de ondergaande zon en de rust om ons heen.

Heb ik trouwens al gezegd dat het ook wat het weer betreft net is alsof we niet weggeweest zijn. Het is weer even stralend en blauw als in die vijf weken vorig jaar. En als het ff meezit houden we dit voorlopig nog wel even vol en het weer ook hopen we.


© MarenKo 2013