Lees Ferry (dag 2) en de brutale chipmunk en Monument Valley

Gister niet aan schrijven toegekomen. Dus doe ik nu maar twee dagen in één. Dat heeft er ook mee te maken dat gister een rustige dag was en vandaag vooral de rit naar Monument Valley.

Zoals ik zei gister een rustige dag. Alhoewel….. we waren wel weer om een uur of acht al op pad. We gaan een Wash lopen: Cathedral Rock Wash. Je raadt het al, genoemd naar een rots die er uitziet als een kathedraal. En een wash is uitgesleten in het landschap door water dat bij hevige regenval van de bergen komt en naar de rivier stroomt. En als je zo’n wash ziet kun je je misschien voorstellen met wat voor een kracht dat gebeurd. We kunnen twee kanten op: de upper-wash en de lower-wash. We kiezen voor de lower, omdat we dan bij de rivier uitkomen. Alleen waarschijnlijk niet aan de oever maar een (flink) aantal meters daar boven.
Voordat je zo’n wash gaat lopen moet je wel zeker zijn dat er geen slecht weer op komst is of op wat grotere afstand veel regen zal vallen. Want die washes kunnen een aardige lengte overbruggen. Maar het wordt vandaag weer een graad of 30, dus dat zit wel goed. Onder een strakblauwe hemel dalen we af in de wash. Gelijk al het eerste voorproefje voor de rest van de Wash.
Het eerste deel ziet er al gelijk indrukwekkend uit en je ziet aan de opgaande kanten de kracht af waarmee het water door die wash stroomt. Als je dat tenminste nog stromen kan noemen.
Na een kwartiertje lopen (ja het eerste stuk gaat nog makkelijk) komen we bij onze eerste proeve van een klimpartijtje dit keer nog. Dat gaat ons goed af. Als we weer wat verder komen ligt de bodem van de wash ineens een paar meter dieper en ligt er water op de bodem. Omdat we niet weten hoe diep die poelen zijn en of er misschien wel bagger ligt moeten we een weg eromheen zoeken. Eerst aan de linkerkant bovenlangs geprobeerd. Maar dat loopt op niets uit. Dan ziet Marja aan de andere kant een paar stapeltjes stenen die daar neergelegd zijn om aan te geven wat de route is. Daar moeten we toch al veel meer moeite doen om een stukje naar beneden te komen. Marja gaat er bij zitten om af te dalen. Ik niet, ik ben eigenwijs en klauter op handen en voeten naar beneden. Daarna moeten we langs een smal richeltje voorbij de poelen lopen om dan weer op de bodem van de Wash terecht te komen. Gelukt. Verder maar weer.
En dan komen we op een plek waar de bodem van de wash ineens zomaar een meter op tien lager is waar uiteraard ook weer diepe poelen liggen. Ook hier weer een aanduiding wat de route zou moeten zijn. Marja probeert het eerste stukje, terwijl ik boven wacht. Maar dan komt ze bij een richel die eigenlijk al half vergaan is en waar je op handen en knieën naar de andere kant zou moeten schuifelen. En daarbij te bedenken dat je ook nog een keer terug moet.
En dat wordt ons toch een beetje te link. Want je kan toch maar zo een meter of 8 naar beneden vallen.
Helaas, maar we hebben het eind van de wash dus niet gehaald. Uiteraard moeten we op de terugweg de klauterpartijen die we wel hebben gedaan nog een keer overdoen en nu in omgekeerde richting.

Uiteindelijk lukt ons dat en zijn we weer terug bij de camper. Toch gauw ruim anderhalf uur onderweg geweest.

Van daaraf gaan we richting Horse shoe bend. Een bijzondere plek in de Colorado-rivier, waar deze een heel bijzondere bocht (als een hoefijzer) heeft uitgesleten in de rotsen. Maar dat is toch wel een eind rijden en we komen daar morgen toch langs, dus we keren en gaan op weg naar een aantal rotswoningen de andere kant uit. Maar als we daar een eindje op weg zijn bedenken we dat we daar eigenlijk niet zoveel zin in hebben. Dus draaien we nog weer een keer om en rijden weer terug richting Campground. Waar we links af moeten is een store waar we even stoppen en naar binnen lopen. En omdat we nog wat geld wllen pinnen lopen we ook nog even bij het benzinestation binnen waar een ATM (geldautomaat) staat.
Daarna weer terug naar de campground om een middagje bij de camper door te brengen.

Op een bepaald moment zien we een chipmunk heel dicht bij komen. Waarschijnlijk afgekomen op de geur van wat zoutjes die we zitten te smikkelen. En waarschijnlijk heel verkeerd, maar Marja gooit een stukje op de grond en het beestje komt er op af en pikt het mee en gaat het lekker zitten oppeuzelen. En het is een brutaaltje hoor, want niet veel later zit hij vlak voor ons op de kampeertafel te kijken of er nog meer te halen valt. Marja heeft een paar haarscherpe foto’s van dit schattige beestje gemaakt.

De ranger komt ook nog even terug. We vragen hem of hij in Hite, waar we overmorgen naar toe gaan, een paar leuke campings kent. Maar laat dat nou net de ene plek in de omgeving zijn waar hij nog nooit geweest is. Nou goed, een camping vinden we altijd wel. En volgens de ranger mag je op veel plekken ook wild kamperen. Maar dat gaat ons toch net ff te ver laten we hem weten. Hij doet kennelijk niet anders want hij vertelt dat ze na een week werken vijf dagen vrij hebben en dat hij er dan alleen op uittrekt de wildernis in, met het liefst zo min mogelijk mensen om ons heen.

’s-Avonds nog even een steakje gebarbecued, dat eindelijk een keer redelijk slaagt. Want dat barbecuen gaat deze reis niet zo goed als de andere jaren. Ik wil meestal te snel het vlees erop leggen en dan wordt het niet goed gaar. Dus wat meer geduld hebben.

Vandaag (want ik zou toch twee dagen verhalen) rijden we om zeven uur de campground af en gaan we richting Monument Valley. Maar eerst hier bij Lees Ferry nog even een paar bijzondere balanced rocks fotograferen. Marja haalt nog wat foto-trucjes uit en dan zijn we echt op weg. Eerst bij Horse Shoe Bend langs om een paar foto’s te maken. Het is zondag en misschien nog vakantieperiode, want het is er razend druk. Dus als we foto’s gemaakt hebben van overigens opnieuw een indrukwekkend natuurverschijnsel maken we gauw dat we weg komen.

Op richting Page, waar we gaan ontbijten en boodschappen doen. En wat ons direct weer opvalt is dat we weer in Navajo-land terecht zijn gekomen. Niet alleen gebeurt de bediening bij Dennies door een Navajo-vrouw, die weer knap stug is. Maar ook als je door dit prachtige land rijdt, dat nota bene van die Navajo-jongens is zie je wat een puinzooi ze er van maken. Overal langs de weg zie je drankflessen, –blikken en rotzooi liggen. Bij woningen zie je vaak sloopauto’s en andere rotzooi staan. Het is echt zonde dat deze mensen er niet meer van maken. Maar volgens de Ranger van gister zijn bijna alle Navajo-people aan de drank.

En wat je merkt is dat ze overal een slaatje uit willen slaan. Het doet ons terugdenken aan ons eerste jaar, toen we bij een scenic view kwamen wat in feite gewoon een openbaar stuk grond is. Maar toen we daar wilden parkeren kwamen we bij zon parkeerswachters huisje en moesten we vijf dollar betalen. Als goede Hollanders hebben we dat natuurlijk niet gedaan en zijn we omgekeerd om vervolgens een paar honderd meter verder gewoon aan de kant van de weg te staan en als nog van het uitzicht te genieten.

Het mooie van deze rit is dat we opnieuw dat gevoel van ruimte en vrijheid krijgen als je door deze omgeving rijdt. Zoveel ruimte als daar is, die vergezichten, ik raak er niet over uitgepraat zo geweldig als dat aanvoelt. En dan met je campertje op crusie-snelheid van zo’n 50 mijl/uur, drankje in de console naast je, zonnetje in een strakblauwe lucht. Wat wil je nog meer.

En dan Monument Valley. Toch wel één van de meest bijzondere aanblikken die je je kunt voorstellen. Met die bute’s die midden in die geweldige ruimte lijken neergezet. Waarvan je je niet kunt voorstellen of die dingen daar omhoog gestuwd zijn, of dat al het land erom heen al tot stof is vergaan en het oorspronkelijk bijvoorbeeld een hoogvlakte was. Ik moet dat toch eens ergens opzoeken. Want als je ze ziet intrigeert dat je steeds weer.
En het is natuurlijk een omgeving die – zelfs als je er nog nooit bent geweest – bekend aandoet, omdat vele westerns hier zijn opgenomen.

Het is overigens maar goed dat we de campground hier (Goldings) van huis uit al gereserveerd hebben. Want ook op de camping is het razenddruk. En we horen deze vakantie wel heel veel Nederlands en Duits spreken. Overigens staat vlak bij ons op de campground een stel Duitsers die op de fiets onderweg zijn van Anchorich (Alaska) naar Vuureiland. Volgens de tas op hun fiets gaan ze daar twee jaar over doen. Een beetje als dat programma een tijdje geleden op televisie waar een paar jongens hetzelfde deden. En je hebt natuurlijk altijd baas-boven—baas, want een ander Duits stel dat even een praatje met die eerste duitsers kwam maken moest even kwijt dat zij ook eens een heel eind gefietst hadden, nl. van de Zuidkaap in Zuidafrika naar Peking!!!!. Kun je je dat voorstellen??? Ongelofelijk. En tot slot komen er ook nog duitsers naast ons staan.  Een stel mannen die bij een kaarslichtje naar we denken eerst alleen maar een zak met slag droog zitten te verorberen, maar dan toch nog een pizzatje eten.

We zeggen al tegen elkaar: de volgende keer toch maar weer wat later in het jaar. Dan is het een stuk rustiger dan nu.

Wij hebben vanavond aan tafel ook een onverwachte gast. Een stel (geen duitsers geloof ik) doet een wandelingetje over de camping. En er loopt kwispelstaartend een hondje met hun mee. We denken, die hoort bij die mensen en misschien is het wel zo’n hondje die bij Good Friends is geadopteerd. Maar als die mensen zich omdraaien en doorlopen blijft het beestje wat droevig starend voor zich uit staan kijken. Marja hoeft dan ook maar een keer een lokkend geluidje te laten horen of het beestje komt op ons af en laat zich aanhalen en gaat dan rustig onder de tafel liggen slapen. Dus toch één van de vele loslopende honden hier in Navajo-land die aan hun lot worden overgelaten en bij ons even niet weggejaagd werd en wat rust kon vinden.
Van die loslopende honden kregen we vandaag ook nog een staaltje onder ogen, toen we langs de weg een stel honden zagen lopen (ergens in de middle of nowhere) met een pup bij zich. Echt onvoorstelbaar hoe de Navajo, waarvan je verwacht dat ze toch eerbied hebben voor levende wezens, op deze manier met hun honden omgaan. In andere delen van het land hebben wij dit nog niet gezien.

Ook vanavond ben ik weer te snel met het op de kolen leggen van de burgers (deze keer). Gelukkig lukt één van de twee merkwaardig genoeg wel. Van de mijne (zal ik dan maar zeggen) ligt de helft ongeveer op de kooltjes. Maar ach we zijn op vakantie, dus dan neem je het niet zo nauw met het eten. En het smaakte eigenlijk best nog wel.

Morgen richting Hite, met de verschrikkelijke Moky Duck way in de route. Ben benieuwd wat voor plaatjes dat gaat opleveren. Ik zal het jullie morgen vertellen.

© MarenKo 2013