Intermezzo en vlucht voor de wespen

Vandaag bedenk ik dat ik deze week de meest spectaculaire weg die ik toe gereden heb ben vergeten te melden in mijn dagverslag van onze rit van Monument Valley naar Hite. Waarschijnlijk omdat ik onder de indruk was van de omgeving van Hite. Maar deze rit mag niet onvermeld blijven. Het gaat om de Moki Dugway. Marja had me er al eens filmpjes van laten zien op internet en als ik die zag kreeg ik al zweet in mijn handen. Maar we gaan het dus toch doen. Het begin is erg onschuldig. Je rijdt aan op een massieve bergrug met hele steile hellingen en je vraagt je af waar in vredesnaam die weg omhoog moet zijn. Als we dichterbij komen zien we ineens tegen die steile wand aangekleefd een andere camper (tenminste dan is het nog maar een dinky toytje vanaf die afstand) naar beneden komen. En dan beginnen wij aan onze eerste bochten. Als we de eerste scherpe bocht hebben gehad, die ik dan nog een beetje te krap neem, zien we de camper opnieuw en nu al een stuk lager. En omdat die weg op sommige stukken erg smal is wachten we even tot ie voorbij is. De kant van de weg waar je steil naar beneden kan kijken is namelijk afgezet met een walletje van misschien 40 cm hoog. Dan kunnen wij verder. En in een lagere versnelling rijden we bocht na bocht omhoog over een weg die voor het grootste deel min of meer met gravel is aangelegd. Daar komt weer een scherpe bocht en als ik even heel snel opzij kijk (niet de kant van de rotsen) zie ik dat we al een aardig eind zijn gestegen en dat het uitzicht wel erg spectaculair is. Snel mijn blik weer vooruit want je moet hier wel heel scherp op de weg letten. Dan komen we bij een uitkijkpunt, waar we even stoppen voor wat foto’s. Maar zoals zovaak geven foto’s niet echt weer hoe het uitzicht daar is. Maar een indruk geeft het wel. Gelukkig is het vrij vroeg, zodat er nauwelijks verkeer is op deze weg. Moet er niet aan denken, dat een van de twee “even” en stukje achteruit zou moeten, omdat de weg te smal is. En uiteindelijk is deze weg ook maar een mijl of drie lang. Maar wel drie heel spectaculaire mijlen. En het zweet in mijn handen: ach dat viel eigenlijk best nog wel mee. En we hebben hem dan toch maar gereden. Of het naar beneden rijden net zo weinig zweet in de handen zou geven weet ik niet, want dat is toch nog wel wat anders.

Vandaag dan: kwart voor zes en ik schiet wakker en zie dat de zon net begint op te komen. Marja is inmiddels ook wakker en schiet in haar kleren om een paar mooie plaatsjes te schieten van de zonsopkomst. Als we zo een tijdje buiten hebben gezeten en het wat lichter is begint ineens een wesp, die ons gister ook al dwars gezeten heeft (hij lijkt er in ieder geval verdacht veel op) weer om ons heen te zoemen. Op een heel opdringerige manier. En terwijl ik even binnen ben hoor ik dat Marja de stoeltjes aan het inklappen is en de houtblokken al aan het opbergen is in de camper. Dus ik denk: we zijn hier vroeg weg. We ruimen snel alle spullen in onze camper. Laten de camper van de “leveler” rijden (die waren we gister bij Lake Powell bijna vergeten zonder onze buren) en rijden om ik denk kwart over zes, half zeven weg. Op weg naar Moab. The place to be voor dirt-road-rijders, mountain bikers en dergelijke activiteiten. Het is maar een kort ritje en we gaan eerst ontbijten bij Denny’s. Dan is het eigenlijk nog veel te vroeg voor de camping, maar we besluiten daar toch maar alvast naar toe te rijden en ons te registreren. Helaas zijn de mensen die op onze plaats staan nog niet vertrokken. Dus rijden we even naar McDonalds (daar hebben ze wifi) voor een smoothie en een cappuccino en een beetje internet.

Daarna weer terug naar de campground (dan is het pas net na tienen), maar gelukkig onze plek is vrij. Tijd voor een paar wassen, een lekkere douche en een baard van drie dagen scheren (lekker glad weer).

In de middag gaan we wat flaneren in Moab, allerlei winkeltjes bekijken en een aantal foto’s maken van grote Ford’s die daar bij een dealer staan. Wat een auto’s zijn dat. Ook kijk ik of ik al wat kan vinden voor mijn kleindochters, maar dat valt niet mee. En om nou weer met een beer aan te komen. Dat wordt wat eentonig. Dus ik moet nog wat verder zoeken, maar gelukkig hebben we nog een aantal dagen.

Tegen de avond gaan we eten bij de Brewery.  Een lekkere New York steak voor mij en een Texcan Tri Tip (what ever that may be) voor Marja. Ik moet zeggen: mijn steak van gister was lekkerder. Maar het was goed te doen. Voor de terugweg nemen we nog een ijsje mee met een paar heerlijke smaken en grote scheppen (scoops). Teveel voor Marja. Maar ik ben sterk en eet de rest van haar niet op.

En dan is deze rustige dag al weer bijna voorbij en zit ik dit verslagje weer te schrijven. Na overigens weer een schitterende zonnige dag, die vrij koud begon, maar weer alleen maar zon en warmte liet zien.

Morgen gaan we Arches bezoeken, waar we nu wat meer van de bogen gaan bekijken dan we twee jaar geleden hebben gedaan, toen we de Fiery Furnace trail hebben gelopen. Destijds hadden we zelfs een beetje regen. Dat zit er nu niet in. Dus morgen laten we jullie weten hoe mooi die Arches zijn. Nu nog snel even een boodschapje doen en dan weer genieten van een welverdiende “nachtrust”.


© MarenKo 2013