Van Abiquiu naar Taos

Vanochtend nemen we afscheid van weer een schitterende campground met een even schitterend uitzicht. Ik neem nog een paar foto’s van het uitzicht uit de slaapkamer om een klein beetje te kunnen vasthouden hoe het was.

Marja heeft al weer een scenic route uitgezet. Even denken we erover deze nog wat verder te volgen en dan morgen weer een stukje terug en dan verder naar Taos. Maar uiteindelijk wordt het toch Taos. De route brengt ons weer langs schitterende wegen. Alleen verzucht Marja op een gegeven moment dat ze de gouverneur van Nieuw Mexico een brief gaat sturen dat ze wat meer uitkijkpunten langs de weg moeten aanbrengen. Want soms zien we geweldige uitzichten, maar kunnen we niet stoppen omdat daar geen ruimte voor is.

Uiteindelijk vinden we dan toch een geweldige plek en kijken we uit over bergen en een dal met een schakering aan kleuren groen en kleuren geel waar je mond van open valt. De million dollar road dunnetjes overgedaan. Wat een schitterende herfstkleuren.

Overigens komen we vlak daarna wel drie plekken tegen waar we wel makkelijker hadden kunnen parkeren, maar goed dat wisten we toen nog niet.

Hertje midden op de weg

Dit keer worden we redelijk verwend met het wild. Eerst zien we ineens een hert midden op de weg staan. Ik rem af en met mijn alarmlichten aan rijd ik langzaam verder. Het beest kijkt eens op en gaat verder met waar het mee bezig was: wat niet helemaal duidelijk is. Het lijkt wel of het midden op het asfalt staat te grazen aan een plukje gras dat uit het asfalt groeit. Dat terwijl er links en rechts van de weg voldoende te grazen is lijkt ons zo. Maar misschien zit hier een apart smaakje aan. Pas op het laatst huppelt het diertje het bos in en kijkt nog eens naar ons met een verwijtende blik.

Verderop zien we een paar roofvogels vlak voor ons vliegen. Met veel kunst en vliegwerk weet Marja een paar foto’s van ze te maken. Het zijn waarschijnlijk een paar Golden Eagles. Hopen dat de plaatjes een beetje gelukt zijn.

Nog weer verder op zien we beneden in het veld een iets minder leuk plaatje. Waarschijnlijk een dode Elk, waar zich al wat kraaien rondom hebben verzameld en waar ook al een gier naar onderweg is. Desondanks maakt Marja daar een paar foto’s van. Hoe die Elk daar dood kan liggen weten we niet. Misschien is het door een aantal jagers geraakt en heeft hij zich nog tot daar weten voort te slepen. Want we hebben een aantal jagers onderweg gezien en op dat ene mooie uitkijkpunt ook een aantal schoten gehoord.

Weer uitgestrekte vlaktes

En dan zijn we ineens weer uit dat schitterende gebied met veel bos en komen we weer langs uitgestrekte vlaktes. Wat daarin opvalt is dat er ineens op diverse plekken een geweldige rommel en rotzooi ligt. Het lijkt wel of hier overal auto-kerkhoven zijn. We vermoeden later dat op deze plekken een aantal overgebleven hippies “wonen”. Als we dit stukje voorbij zijn zien we ineens allerlei woningen die wel in rotsen gebouwd lijken te zijn of ingegraven zijn en er af en toe heel futuristisch uit zien. Dit blijken woningen te zijn van de Earthship Community. Moet je maar eens opzoeken op internet.

Rio grande gorge bridge

Na een korte stop op een onmogelijke plek, waar we dus ook weer snel wegzijn rijden we op een brug aan, waar het erg druk is aan de andere kant. Ik zeg tegen Marja: zullen we daar ook even stoppen? Uuuh ---- jaahaa!, want dit is de Rio Grande Gorge Bridge.

Dus gestopt en met de camera in de aanslag de brug op. En wat is dat hoog. Ik schreef eerder dat ik het idee had dat ik een beetje over mijn hoogtevrees heen ben. Maar hier ben ik daar niet zo zeker meer van. Want het is toch wel een aardige put. We zien ook nog iets halverwege liggen, dat op de restanten van een auto of een camper lijkt.

En als we op de brug staan en er komt een zware vrachtwagen overheen denderen dan voel je die hele brug trillen. En dat met de berichten van een tijdje terug dat veel bruggen in Amerika in slechte staat van onderhoud verkeren.

Dit wordt zelfs Marja een beetje te gortig. Dus we besluiten terug te gaan en nog even langs de drukte te lopen. Hier zitten, zoals ik al zei, die hippies allerlei sieraden en dergelijke te verkopen.

Naar Taos

Verder naar Taos, dat nu niet zo ver meer is. Als we de stad inrijden zien we dat het er razend druk is. Er is een Whool festival (???) Rare lui die Amerikanen: een festival over Wol. Zal wel te maken hebben met Indiaanse weefkunst of zoiets.

We maken ons wel een beetje zorgen: zal er dan wel plek zijn op de campground. Nou gelukkig is die er. Het kost ons wel weer moeite om de campground te vinden. Wat die Tom heeft? We weten het niet. Want in plaats dat hij ons vanaf de hoofdweg een klein stukje (een kleine 200 m) links stuurt, laat hij ons denk ik wel drie mijl omrijden, stuurt hij ons ook nog eens de verkeerde kant van de weg waar de campground aan ligt op, zodat we weer moeten keren. En als we dan bij de campground aankomen zien we een klein stukje verder inderdaad die hoofdweg lopen. Onbegrijpelijk, maar het gebeurt.

Storm in Taos

Als we dan al weer een tijdje op ons plekje staan begint het links van ons boven de bergen aardig donker te worden en vormen zich stevige onweerswolken. Op een gegeven moment begint het ook ineens stevig te stormen, met een soort stofstorm tot gevolg. En daarna horen we wat gerommel. Maar uiteindelijk vallen er maar een paar druppels en lijkt de onweersbui aardig aan ons voorbij te trekken. Het rommelt nog wel wat in de verte en het is ook nog wel wat donker, maar achter de bergen begint het al weer op te lichten.

Afhankelijk van hoe het weer morgen is zullen we overigens besluiten of we nog een dag op deze campground blijven of toch door zullen trekken.

We hebben nu nog een avond voor ons en moeten nog even bedenken wat en waar we zullen gaan eten.

Marja wil graag een keer bij Applebee’s eten en daarvan hebben we er onderweg naar de campground één gezien. Dus misschien doen we dat wel. Maar dat bedenken we nog.

© MarenKo 2013