whalewatchen (watching for the whales not at them), veel dolfijnen en oh oh oh wat een verkeer

Vandaag de dag van de waarheid. Klopt het dat wild zich voor ons verscholen houdt. Als je soms hoort wat sommige mensen zomaar in het wild zien?!

We zullen het beleven. Om daar te komen moeten we wel een aardig eindje rijden. Maar na het ontbijt lopen we eerst nog even bij de camphost langs, want we hebben gezien dat we bij hun (?) ook fietsen kunnen huren. Hoeven we niet eerst weer met de camper een stuk te rijden, te parkeren en dan pas huren.

Bij de camping zelf kan het niet, maar de verhuurder zit een halve mijl verderop. Dus daar gaan we morgen even kijken.

Als we op weg zijn schijnt het zonnetje, maar in Newport Beach, waar we naar op weg zijn, is het vandaag volgens de voorspellingen bewolkt met kans op een thunderstorm. Eerst willen wen nog even bij een Starbucks langs, maar al snel staan we in een eerste file. Dan maar direct door naar Newport. De freeway op. Maar ook daar duurt het niet lang of we staan in de volgende file. Daar hebben we geen zin in, dus Marja probeert Tom-Tom zover te krijgen ons de weg langs de Pacific Coastal Highway te wijzen. Maar eigenwijs als die is probeert hij ons nog mijlen lang links af te laten slaan om weer terug op de Freeway te komen. Uiteindelijk geeft hij het op en kiest dan maar voor die Pacific Highway. Die is een stuk rustiger, alleen daar staat om de paar mijl (zo niet minder) een stoplicht. Ook dit blijken weer uitgestrekte bebouwde gebieden te zijn, dat allemaal in feite nog bij LA hoort. Niet normaal meer zo’n oppervlakte.

En de auto’s die je hier ziet rijden BMW’, Mercedessen, Lexussen (hm schrijf je dat zo). En ze glimmen je allemaal tegemoet. Geen wonder met zoveel autowasserijen je ziet, waar nog met de hand gewassen wordt.

Maar terug naar vandaag.

De tocht langs de Pacific duurt door alle stoplichten redelijk lang. Maar uiteindelijk bereiken we toch Newport Beach. Onderweg zijn we nog wel een paar beroemde strandnamen tegengekomen, zoals Long Beach maar ook Huntington Beach (tenminste die klinkt mij erg beroemd in de oren).

In Newport Beach aangekomen vinden we al snel de parkeerplaats (rechtsaf bij Palmstreet en je bent er). Ruimte zat zoals gewoonlijk en we hebben nog ruim de tijd om even rond te kijken.

Het plaatsje heeft iets weg van een would-be San Francisco met pier 39 en heeft ook wel wat weg van Scheveningen, tenminste het stuk bij de haven. Op zoek naar de Whale-watchcompany. Eerst staan we bij een verkeerde zaak, maar een welwillende dame vraagt of we voor het whale-watchen hier zijn. Als we ja zeggen wijst ze ons de plek waar we zijn moeten. We schrijven ons in en hebben nog even tijd voor een koffie. Helaas geen Starbucks, wel iets goedkoper. Dan terug naar de boarding-plek in afwachting van wat komen gaat.

We zijn reuze benieuwd wat het gaat worden. Van de walvissen weten we dat het niet de tijd van het jaar is dat je deze mag verwachten, maar we horen een paar mensen zeggen dat je altijd wel dolfijnen te zien krijgt. Nou dat willen we dan nog wel eens zien.

We bemachtigen een mooi plekje op de boeg van het schip en de weersvoorspellingen komen niet uit. Onderweg zagen we het even somber in toen het wat bewolkt werd, maar hier is het weer stralend zonnig.

De kapitein legt ons de huisregels uit terwijl we de haven uitvaren en roept ons op vooral goed om ons heen te kijken en aan te geven als we een walvis zien blowen, of een hoop gespetter of een hoop vogels op het water zien. Als we iets zien moeten we aangeven hoe laat het is. Nee dan moeten we aangeven waar we ze zien, waarbij voor de niet militairen onder ons 12 uur voor recht vooruit staat, 6 uur voor recht achteruit en 3 en 9 uur voor rechts en links van de boot en alles wat daar tussen ligt. Na enige tijd begint de twijfel aan ons te knagen. Zullen we wel wat zien. En na iets meer na een uur over het water te hebben getuurd zonder resultaat weten we het zeker: die beesten verbergen zich voor ons. Even later ziet Marja dan toch nog een zeehond alleen. Nou dat is een schrale troost.

Het schip draait zijn steven al weer een beetje terug richting haven en we zien het al niet meer gebeuren.

Dan ineens roept de kapitein over de speaker, dat er in de verte (iets rechts van de pier?) een hoop gespetter is te zien, maar dat het nog ongeveer een mijl weg is. Nu maar hopen dat als wij daar aankomen die beesten niet gevlogen, of liever gezegd gezwommen zijn.

Maar gelukkig, als we dichterbij komen zien we nog steeds gespartel en gespetter en zien we ineens een heleboel dolfijnenlichamen het water doorklieven. Geweldig, toch nog dolfijnen. Het blijken de common-dolfins te zijn, maar dat maakt ons niet uit.

En dan gebeurt wat je hoopt, namelijk dat die dieren vlak voor de boeg uit met een grote vaart voor de boot uitzwemmen, waar wij er - met ons goede plekje - een goed zicht op hebben. We schieten dan ook weer een hoop plaatjes en een aardig aantal filmpjes. Daarop kan je horen hoe enthousiast Marja is bij wat ze ziet.

Het is ook magnifiek om te zien hoe snel deze dieren door het water schieten en hoe ze daarbij zelfs af en toe boven water komen om even adem te halen. Je zou er bijna ontroerd van worden, zo mooi is dat.

Een paar keer maakt een van die dieren ook nog een aardige sprong boven water uit, maar die hebben we niet weten vast te leggen (je moet maar mazzel hebben).

Nadat de schipper de boot nog een paar keer in de buurt van de school dolfijnen weet te brengen is het feest over en wordt de steven weer richting haven gestuurd.

Maar deze dolfijnen hebben het idee dat wilde dieren zich voor ons verstoppen nu definitief bij ons weggenomen.

We kunnen vol mooie indrukken weer terug naar de camping. Onderweg willen we daarbij even een Best Buy (Dixon’s) aandoen om te kijken of ze daar de Google-tablet hebben die Marja misschien wil hebben. Tom-Tom laat ons weten waar we die moeten zoeken. Maar dat levert soms toch ook bijzondere situaties op. Want soms geeft hij al aan dat je je bestemming hebt bereikt, maar dan sta je nog ergens midden op de weg, dus dan moet je toch nog even zoeken. Zo ook nu.

Maar al snel zien we waar de zaak zit en moeten we alleen nog een plek(je) vinden voor de camper. Die denken we ook snel gevonden te hebben, maar dan blijkt dat bij elke inrit van de parkeerplaats die we dachten te gebruiken een soort balk boven de ingang is aangebracht op 8 feet hoogte, die het ons onmogelijk maakt daar gebruik van te maken. Nou dan maar door naar een volgende parkeerplaats. Blijkt dat op die doorgaande weg ook zo’n balk is aangebracht. Keren is geen optie. Dan moet Marja me maar achteruit weer terug dirigeren.

Terwijl we daarmee bezig zijn komt er ineens een beveiligingsbeambte of zoiets aanrennen die aangeeft dat hij me wel zal helpen. Dus die begint me ook achteruit te dirigeren en wijst ons vervolgens waar we wel kunnen parkeren.

De volgende plek die we vinden ligt aan de overkant van de weg en we moeten even zoeken waar een oversteekplaats is. Vervolgens lopen we over het voetpad richting de Best Buy winkel. Dan blijkt ineens dat het voetpad niet om dat gebouw heen loopt, zodat we ons “ met gevaar voor eigen leven :)) over de weg naar de ingang van Best Buy moeten begeven. En dan blijkt dat Best Buy de Google-tablet niet verkoopt of niet heeft ?? Vreemd, dat zou je toch niet verwachten van zo’n zaak.

Dus terug naar de camper, weer over de weg. en dan zien we dat we de ingang van het winkelcentrum gemist hebben. Nou ja ook geen ramp.

Terug bij de camper besluiten we nu rechtstreeks terug te rijden naar onze campground en toch maar de gok te nemen dat we niet in een file terecht komen. En dat pakt redelijk goed uit. Maar mensen wat is dat verkeer daar druk. Druk, je hebt er geen voorstelling van. We rijden ongeveer een half uur over die Freeway en al die tijd rijden (of staan ze stil) op de andere weghelft, ongeveer 5 a 6 banen breed rijen auto’s de andere kant uit. En dat terwijl het aan onze kant toch ook niet rustig is. Het is werkelijk onwaarschijnlijk zoveel auto’s daar op de weg zijn. Incredible zou ik bijna zeggen.

En het is ook volgens mij alleen maar aan de rijstijl van de Amerikaan te danken, zoals ik gister beschreef, dat er niet regelmatig ongelukken gebeuren. Als het in Nederland zo druk zou zijn, zou alles om de haverklap stil staan als gevolg van een botsing. Maar omdat de mensen hier elkaar (in de meeste gevallen, er zitten natuurlijk ook hier af en toe malloten tussen) de ruimte geven gaat het hier wel goed (denk ik).

Een kleine drie kwartier later komen we weer bij onze campground aan. Op het laatste moment, maar dan is het al te laat want we staan in het voorsorteervak voor links af, realiseert Marja zich dat we rechtdoor moeten de ingang van de campground in. Dus net als de eerste keer moeten we even langs de camping rijden om verderop te keren en alsnog de campground op te rijden. Kunnen we wel gelijk zien of onze plek nog leeg is en dat is zo.

Als we even zitten uit te puffen (op zo’n drukke weg is het best wel inspannend rijden) ziet Marja in de zee verderop opnieuw een hoop gespetter en een pelikaan die keer op keer opstijgt en zich dan als een ware kamikazepiloot in het water stort. Maar dan om elke keer een vis te verschalken. Het s te ver weg om goed te kunnen zien wat het is, maar we gaan er maar van uit dat het een vissende school dolfijnen is. Marja probeert op maximale zoom er toch nog wat beelden van te maken. Misschien dat we op de laptop er nog wat van kunnen maken.

Terug bij de camper sluit ik alles weer aan. Electriciteit, check. Water, shit de aansluiting lekt en ik krijg het met geen mogelijkheid voor elkaar de aansluiting waterdicht te krijgen. Dat kan ik me als echter waterschapper toch niet laten gebeuren. Maar wat ik ook probeer, met plastic van een vuilniszak als en soort tape zelfs, maar het ding blijft onbedaarlijk lekken.

Dan maar een nachtje nog op de pomp water binnen halen. Zie ik morgen nog wel even iets te fixen.

Dan nog even het verslag schrijven en dan gaan we weer vroeg onder de wol. Het zijn al met al toch wel inspannende dagen

Volg ons

Youtube: Marenko Buscamper.              Instagram: Marenkoontour