Transitionday en de ongerijmdheid van het gebied, maar ook Road Runner en oneindige hoeveelheden cactussen

Een lange rit voor de boeg, dus vroeg op. Nog wat plaatjes van de zonsopgang en we zijn op weg. Maar niet dan nadat we een blik op Road Runner hebben kunnen werpen. Helaas kunnen we hem niet vastleggen, omdat ie al weer - miep miep - weg is. We zijn zo vroeg dat het Visitor-center nog wel niet open zal zijn. Dan maar geen magneetje van Anza Borrego. Wel gaan we nog even een ontbijtje scoren bij Dennies. En we merken dat we al dichter bij de Mexicaanse grens komen, want op deze zaterdagochtend zitten er alleen maar Mexicanen te ontbijten. Overigens weer verbazingwekkend wat daar naar binnen wordt gestouwd. Kinderen van een jaar of 8 krijgen een Lumberjack slam voorgeschoteld. Normaal gesproken een ontbijt voor een houthakker die net een hectare bos heeft omgehakt. Ik heb er ook eens een genomen en ik kon hem niet op.

Dit wordt overigens een dag van the long and (not so) winding roads, oneindige vlaktes, een enkele bergrug waar we over heen moeten en de ongerijmdheid van dit gebied. In de Tour de France zou dit een rustdag zijn en zouden de renners met een bus of misschien zelfs met het vliegtuig naar de volgende plaats vervoerd worden. Wij moeten dat zelf doen.

Dus leggen we in eerste instantie kilometer na kilometer af langs velden, waarop van alles wordt verbouwd. Met bijzondere irregatie-systemen, aangelegde kanalen en pijpen die het veld inlopen en waarin vanuit die kanalen water wordt gepompt.

Als we dan de bewoonde wereld verlaten zitten we inmiddels op de Freeway en hebben we - tot onze afrit - 166 mile te gaan. En dan begint het bij je te dagen, als je kilometer, na kilometer niemandsland doorkruist hoe groot dit land is en hoeveel ruimte er ook nog is. Hoezo raakt deze wereld overbevolkt. We kruipen allemaal te dicht op elkaar. Aan de andere kant weet ik ook wel, dat er ook heel veel grond aan de natuur is ontnomen en dat de dieren daaruit zijn verjaagd.

En helemaal onbewoond is het gebied ook niet. Want af en toe zie je dan enkele, losse huizen staan. En je vraagt je dan ernstig af, what the f.ck doen die mensen daar. Waarom zou je daar willen wonen. Een enkele keer realiseer je je, dat het dan gaat om indianen en dat je door hun reservaat rijdt. Dus dat is hun “geboorteland” waar we door heen rijden.

En soms zie je ook een aantal RV’s in een kringetje staan en wordt er daar ter plekke aan iets gewerkt. Zo’n kringetje RV’s heeft wel veel weg van de westernfilms waarin huifkarren in een kring werden gezet om zich te verdedigen tegen de roodhuiden. Nu is dat niet nodig, maar je zou de RV’s kunnen beschouwen als de huifkarren van deze tijd. Het nieuwe pionieren, om ook maar eens een woord dat met nieuwe begint te gebruiken. Marja sprak bijvoorbeeld op het strand in LA nog een man die met zijn hond met drie poten aan het spelen was. Die vertelde dat hij uit New York (de staat of de stad was niet helemaal duidelijk) kwam en dat hij hier was voor een job-interview. Kennelijk had hij daarbij zijn hele hebben en houden in een fifth-wheel gestopt, inclusief zijn twee honden. Want hij vertelde er nog bij, dat als hij zou worden aangenomen hij hier (in Calefornie dus) zou blijven.

Maar waar was ik. Oh ja kilometer 100 achter ons en verder en verder. Richting ons einddoel Organ Pipe Canyon Campground.

Onderweg langs de Freeway doen we ook nog een restingplace aan, waar ze - zonder toezicht - fris- en snoepautomaten hebben staan. Weliswaar zit er dikke stalen draden voor gespannen, zodat ze niet de hele automaat in een keer mee kunnen slepen. Maar toch: doe dat eens in Nederland. Staan er geen twee dagen, schatten wij in.

Langs deze Freeway staan er overigens op gezette tijden checkpoints van de Border-Patrol en kun je zomaar ineens moeten stoppen en gecontroleerd worden. Gelukkig zijn de checkpoints aan onze kant bijna allemaal gesloten.

Gila Bend is de plaats waar we van de Freeway afgaan en ons begeven op smallere en rustiger wegen. Alhoewel het op de Freeway hier in deze omgeving ook wel meevalt.

Op deze wegen begint de nabijheid van de Mexicaanse grens zich te laten zien.

Er rijden steeds meer auto’s van de Borderpatrol en uiteindelijk moeten we er ook aan geloven. Maar we mogen ook zo weer doorrijden. We rijden richting grens, dus dan zullen we nog geen illegalen bij ons hebben.

Gaandeweg komen er ook steeds meer cactussen in beeld. De eerste is een loner, maar wel een hele grote knaap. Maar hoe verder we komen, des te meer cactusen in alle vormen en maten we zien. We kunnen onze ogen niet geloven, zoveel cactussen als hier staan. Het zijn er duizenden. Echt duizenden.

En dan zien we ook steeds campers vanaf de andere kant komen. En voor de campground waar we naar toe gaan kunnen plaatsen niet vooraf worden gereserveerd. Dat maakt ons toch wel wat zenuwachtig. Komen die campers allemaal onverrichter zake terug omdat de campground vol staat? We hopen van niet. Maar nu we eenmaal zover zijn gaan we toch maar door.

In het plaatsje Ajo (je weet wel van het liedje: Ajo, Ajo, Ajo.....) speelt Tom Tom weer een spelletje met ons en laat ons een volstrekt onnodige detour maken, waar we gewoon rechtdoor hadden kunnen rijden (komen we later achter). Maar goed we komen waar we zijn moeten.

Onderweg komen we ook nog door het plaatsje Why (waarom dus). Je vraagt je af waarom ze dat zo genoemd hebben. Misschien dat ze zich zelf afgevraagd hebben waarom ze in vredesnaam op die plek zijn gaan wonen. We vermoeden, dat veel mensen (en zoveel zijn dat er toch ook weer niet) bij de Borderpatrol werken. Iets anders kunnen we niet bedenken.

Ze hebben wel humor daar in Why. Bij een supermarkt (of zoiets) staat een bord met een uitnodiging om daar langs te gaan, met daar achter: “ Why not?”. En de volgende dag als we hier weer langs komen zien we een bordje met: “Free Why-fi”.

Na Why is het toch nog een eindje naar de campground, maar het eind is in zicht. En dan krijgen we weer een controlepost. Maar ook hier mogen we doorrijden.

En dan, al rijdend door dit land van opnieuw Red Dead Redemption (je moet het spel kennen om te weten wat ik bedoel), bereiken we de campground. Onze vrees dat hij vol staat blijkt ongegrond. Integendeel uiteindelijk blijken er maar vier/vijf campers te staan. Alle medewerkers zijn overigens al vertrokken. Dus net als onze Duitse (?) voorgangers stoppen we de fee van 12 dollar in een envelop in het daarvoor bestemde gleufje en zoeken een plek op. Als we eindelijk staan zit er bijna tien uur rijden op. Daar zitten natuurlijk ook wel een aantal stops in, zoals ons ontbijt bij Dennies.

Dus we beginnen al snel met het maken van onze gebruikelijke foto’s van de zonsondergang en daarna aan de steak. Dit keer hebben we dikkere steaks en dat merk je onmiddellijk. Deze zijn echt heerlijk mals en lekker gebraden (goed gedaan jochie).

Als we alles opgeruimd hebben genieten we in het dan al donker nog even van de ongeevenaarde aanblik van de sterrenhemel. Zo in niemandsland, waar geen licht is weet je niet wat je ziet. Alhoewel het hier nog wel een klein beetje wordt verstoord door de lampen die er langs de grens met Mexico zijn opgesteld. Dat doet je je dan wel weer realiseren in welke omgeving je staat en waarom er zoveel door de Border Patrol gecontroleerd wordt.

Om half negen lig ik in bed, al snel gevolgd door Marja. Overigens niet dan nadat ik Marja nog even daarvoor heb laten zien wat voor grote spin er onder de deur van de camper zat. Niet zo’n grote als we eerder wel eens gefotografeerd hebben, maar toch nog een respectabele en deze ziet er wat “gevaarlijker” uit. Dus maar voorzichtig over hem heen de camper instappen en de deur en luiken maar goed dicht.

Volg ons

Youtube: Marenko Buscamper.              Instagram: Marenkoontour